Van de Voleinding
CXXXIl. VIERDE REEKS. XXXIII. Maar hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is hij verbrijzeld; do straiïe, die ons den vrede aanbrengt, was op hem, en door zi ...
Van de Voleinding.
CXXXIII. VIERDE REEKS. XXXIV. En men heeft zijn graf bij de goddeloozen gesteld, en hij is bij den rijke in zijnen dood geweest, omdat hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in ...
„Zoo anders de Geest Gods in u woont”.
[PINKSTEREN 19 14]. Doch gijlieden zijt niet in het vleesch, maar in den Geest, zoo anders de Geest Gods in u woont Maar zoo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt hem niet toe. Romeinen 8 : 9. Pinksteren is het heilige J ...
Van de Voleinding
CXXXIV. VIERDE REEKS, XXXV. Want gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvisch, alzoo zal de Zoon des menschen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde. Mattheus 12 ...
„Het land zijner geboorte”.
Weent niet over den doode, en beklaagt hem niet; weent vrij over dien, die weggegaan is, want hij zal nimmermeer wederkomen, dat hij het land zijner geboorte zie. Jeremia 22 : 10. Wij spreken van ons svaderlands, maar zoo deed Israel niet. Later nam men ook te Jeru ...
Van de Voleinding.
CXXXV. VIERDE REEKS. XXXVI. Want Gij zult mijne ziele in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten, dat uw Heilige de verderving zie. Psalm 16 : 10. Meer dan dusver d ...
Van de Voleinding
CXXXVI. VIERDE REEKS. XXXVII. Alzoo ligt de mensch neder, en staat niet op; totdat de hemelen niet meer zijn, zullen zij niet opwaken, noch uit hunnen slaap opgewekt worden. Job 14 ...
Van de Voleinding.
CXXXVII. VIERDE REEKS. XXXVIII. En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel zijne oogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lizarus in zijnen ...
„nachten der moeite
Alzoo zijn mij maanden der ijdelheid ten erve geworden, en nachten der moeite zijn mij voorbereid, Job 7 : 3. De nacht is een eigen stuk van ons leven, dat voor den één nauwelijks meetelt, en voor den ander zijn leven schier beheerscht. Met den nacht gaat een klein ...
„ hun eenerlei hart gevende”.
Ook was de hand Gods in Jnda, hun eenerlei hart gevende, dat zij bet gebod des konings en der vorsten deden, naar het woord des HEEREN. 3 Kronieken 30 : 12. De bangste nood in de Christenheid was steeds en is nog altoos de verdeeldheid onder de broederen. Reeds ond ...