![Van de Voleinding](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/de-heraut/reguliere-editie/1913/05/18/1-thumbnail.jpg)
Van de Voleinding
XCII. DERDE REEKS. XXIX. Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? verre zijnde van mijne verlossing, van de woorden mijns brullens? Psalm 32 : 2. Als de Heere o ...
![„Het diepe hart”.](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/de-heraut/reguliere-editie/1913/06/15/1-thumbnail.jpg)
„Het diepe hart”.
Zij doorzoeken allerlei sluwheid; ten uiterste doorzoeken zQ wat te doorzoeken is; zelfs het binnenste eens mans, en het diepe hart. Psalm 64 : 7. De Psalmist wijst op het „diepe hart" t« onzer waarschuwing.Hij wijst er op, dat er altoos benaders zijn die op ...
![Van de Voleinding.](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/de-heraut/reguliere-editie/1913/06/15/1-thumbnail.jpg)
Van de Voleinding.
XCVI. DERDE REEKS, XXXIII. Want zoovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgsne geschreven is in het boe ...
![„Onze wandel is de hemelen”.](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/de-heraut/reguliere-editie/1913/06/01/1-thumbnail.jpg)
„Onze wandel is de hemelen”.
Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker Terwachten, namelijk den Heere Jezus Christus. Fhilippensen 3 : 20.De beeldspraak van 't „wandelen" loopt door heel de Schrift. Het begint reeds bij Henochj van wien we lezen: „Henoch wandelde met God"; iets wat koit daarop ...
![Van de Voleinding.](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/de-heraut/reguliere-editie/1913/06/01/1-thumbnail.jpg)
Van de Voleinding.
XCIV. DERDE REEKS. XXXI. En tot Adam zeide Hij: Dewijl gij geluisterd hebt naar de stemme uwer vrouwe, en van dien boom gegeten, waar Ik u van gebood, zeggende: Gij zult daarvan nie ...
![„U verwacht ik den ganschen dag”.](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/de-heraut/reguliere-editie/1913/06/08/1-thumbnail.jpg)
„U verwacht ik den ganschen dag”.
Leid mij in uwe waarheid, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils; U verwacht ik den ganschen dag. Psalm 35 : 5. Telkens en telkens weer drbgt de Schrift er op aan, dat ome „verborgen omgang" met den Heere onzen God steeds meer een onafgebroken gemeenschap wo ...
![Van de Voleinding.](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/de-heraut/reguliere-editie/1913/06/08/1-thumbnail.jpg)
Van de Voleinding.
XCV. DERDE REEKS. XXXII. En de wolf zal met het lam verkeeren, en de luipaard bij den geitebok nederiiggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jon ...
![Van de Voleinding.](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/de-heraut/reguliere-editie/1913/06/22/1-thumbnail.jpg)
Van de Voleinding.
XCVII. DERDS REEKS. XXXIV. EQ nu, wees gij vervloekt; van den aardbodem, die zijnen mond heeft opengedaan, om uws broeders bloed van uwe hand te ontvangen. Genesis 4 : 11. ...
![Mij is gegeven allle macht in hemel en op aarde”.](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/de-heraut/reguliere-editie/1913/06/22/1-thumbnail.jpg)
Mij is gegeven allle macht in hemel en op aarde”.
En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Matth. 28 : 18. Vooral in dagen als thans, nu het lot van land en volk zoo breed beslag legt. ook op ocse Christelijke kringen voelt men 't zoo gedutig, op wat bedro ...
![„Hoe dierbaar is uwe goedertierenheid”.](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/de-heraut/reguliere-editie/1913/06/29/1-thumbnail.jpg)
„Hoe dierbaar is uwe goedertierenheid”.
Hoe dierbaar is uwe goedertierenheid, o Godl Dies nemen de menschenkinderen toevlucht onder de schaduw uwer vleugelen. Psalm 36 : 8. Er is een drang in de ziel, om in nood, als de mensch self geen uitkomst ziet, en van geen enkelen menschenkant hulp daagt, zijn toe ...