Ideëel en reëel - pagina 21
19reëel en noemen ons en de dingen zóó. De vraag, waar alles op neerkomt, is derhalve deze: in welke verhouding staan de verschillende realiteiten tot elkander? Wie niet wijsgeerig heeft leeren denken, en ook de wijsgeer zelf in zijn praktisch leven, houdt de stoffelijke dingen, die hij wa ...
Ideëel en reëel - pagina 22
• 20heidenen en Christenen, ik noem onder hen slechts den vroomen Engelschen bisschop Berkeley, altijd wijsgeeren geweest, die het bestaan van de stoffelijke wereld buiten ons ontkenden. Men versta echter deze idealisten wel. Laat mij daarom van den meest consequenten onder hen, Berkeley b ...
Ideëel en reëel - pagina 23
21En inderdaad wanneer wij spreken over de realiteit der dingen, wanneer wij eene verklaring zoeken van ons eigen wezen, dan staan wij op het gebied der kennis, die haren grond heeft in dat kenmerkende verschijnsel van den geest, dat wij bewustzijn noemen. Zonder bewustzijn is er geene ken ...
Ideëel en reëel - pagina 24
22Twee opmerkingen van gewicht zijn hier tegen in te brengen. In de eerste plaats toch is het feitehjk niet, of althans nu niet meer, juist wat Hartmann van de physica zegt, dat zij alle stof in systemen van krachten oplost. De physica spreekt voor haar doel^ en dan volkomen terecht, van s ...
Ideëel en reëel - pagina 25
23werkende krachten, tusschen de atomen der materie. — •— Nu, tegen het einde der eeuw heeft de physica zich met voorliefde gekeerd naar eene andere opvatting; onder den invloed van den overweldigenden indruk, dien de ontdekking van het principe van het behoud der energie op haar gemaakt h ...
Ideëel en reëel - pagina 26
24held niet eerst een onderzoek wordt ingesteld. Die onderstellingen, axioma's en grondbegrippen nu, als betreffende de eerste elementen van onze kennis, behooren tot het terrein der philosophie, moeten door haar worden getoetst, in onderling verband gebracht, zoo mogelijk ook verklaard en ...
Ideëel en reëel - pagina 27
25ontspannen, wij kunnen haar richten op bepaalde gewaarwordingen en andere onopgemerkt laten. Maar wij kunnen in eenen normalen toestand van ons bewustzijn niet verhinderen, dat wij gewaarwordingen hebben of ontvangen. Er zijn gewaarwordingen, die zich aan ons opdringen, die onafhankelijk ...
Ideëel en reëel - pagina 28
26geobjectiveerd wordt, doet hier niets ter zake; de physiologic zelf gaat van het buiten ons bestaan van toestanden, hoedanigheden, eigenschappen en dingen uit, en het abnormale is nu eenmaal afwijking van de norm, den regel, die op de norm als zoodanig geen inbreuk kan maken. Bij heldere ...
Ideëel en reëel - pagina 29
27uitdrukking is zoo voorzichtig gekozen, alsof Berkeley hier zelf gedacht heeft aan den regel: a posse ad esse non valet consequentia. i) Is het nu een primitief feit in de werking van ons bewustzijn, dat als zoodanig niet ontkend kan worden, dat onze gewaarwordingen voor het grootste dee ...
Ideëel en reëel - pagina 30
28wij die gewaarwordingen aan de werking van één ding, van eene eenheid, op ons toeschrijven; wij kunnen ons elk oogenblik daarvan overtuigen door die eenheid, dat ding buiten ons, op ons bewustzijn te laten inwerken, door de zinnelijke waarneming. Het getuigenis der zinnelijke waarnem.ing ...