Het goddelijk karakter van het recht - pagina 23
26 De stralen, die voor dien levenskring van het Eeuwig Licht uitgaan, zijn niet bedoeld verder door te dringen dan tot de bovenzijde dier doorGods Hand zelve lusschengeschoven zoldering.Het goddelijkgebod gaat daar uit tot wie het recht vormen en voor den enkelen mensch is s ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 11
de gemeenschap van souverein en onderdanen) heeft, — dit gevoelt m e n. — een anderen zin, als wanneer van een goddelijk recht ge-sprokenwordt,gelijkditsommigendoenin de beteekenis vaneene door God Zeiven gegevene regeling der rechtsb ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 13
16 uitdrukkiug aangaat, in navolging der Grieksche wijsbegeerte, — komt een natuurrecht voor. Ja, nauwelijks had de jongeling den dorpel van Themis' tempel overschreden en zich aan de beoefening van de „totius legitimae scientiae prima elementa" gezet, of hem werd de schier woor delijk aan Ulpia ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 25
28 Op het gebied van het recht geldt ditzelfde. Voorwerpelïjk recht, dus resumeert ook onze landgenoot de Wal het gevoelen van Warnkönig is er niet. En evenals de overheid niet op de grondwet kan rusten, maar omgekeerd,iedere wet, en dus ook de grondwet, op eene aan haaranterieure o ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 38
M Enisdiebestemming der rechtsorde eene hoogheilige, — deste grooter dan ook de verantwoordelijkheid voor wie bij de vorming desrechtsbevoegdheidtotmeesprekenwerdgegund.Gewishetbestaanvan een volkstr ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 5
8doordenStaat kanwordenafgedwongen, wel daarin afspiegelenmoet en alzoo het recht aan de glorie des Heilands dienstbaar maakt, naarde uitspraak der Heilige Schrift, dat de W e t de tuchtmeesteresseis, die tot den Christus leidt. Aan het kara ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 32
35 Maar niet alleen van de overheid door het optreden als zoodanig, of van de organisatie van den openbaren dienst, — ook van elders moet uit hetgeheelder voor de maatschappelijke samenleving noodzakelijke, uitwendige, ordening eene taal worden gehoord, die tot der menschen ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 18
Hetgaat dusdit, blijkbaar daan, vanallerminstdoorzichaanom aan Stahl te verwijten, zooalshem niet te begrijpen, door Stöckl wordt g e schuldig te hebben gemaakt aan het apotheoseerenvan het positieve recht.Eene »Ehrenre ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 19
22 aanzienvoldoende regeling,naar den Wil Gods, die, welke in demenschelijke samenleving tot stand komt*). Met Stahldie zelfstandigheid zeer stelligook dezerechtsnormen, welke uit men,laat het zich zeker alleszins rijmen, datdenmeenin ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 31
34 Zijnehulpniets gedaan kan worden, veelmin de schoonste deugdbereikbaar is te achien, zoolang de mensch niet Hem als zijn Heer en zijn Koning belijdt. En daarom, ook al beseft men, dat men, waar zulk een overmoe dig beweren als opschrift boven de deur der school is gesteld ...