Filteren
van 24
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 221
213 Een enkelen maal moge een zeer gewichtig oogenblikkelijk belang ons van den gestelden regel doen afwijken, in den regel moet het algemeene belang voor 't bijzondere gaan En als welwillende bestuursambtenaren of beheerders van ondernemingen ons menschen met dwang willen toezenden, moeten wij o ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 222
214 Maar, zal men zeggen, als ge zoo principieel wilt zijn, dan bereiken wij niets. Wij zijn nu eenmaal finantiëei niet sterk genoeg om den koninklijken weg te bewandelen en daarom zoeken we een zijpad, waarlangs we althans iets kunnen bereiken voor den zieken Javaan en voor de zending. Gevoelt g ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 223
215 Men vergete toch met, dat de ware offervaardigheid pas komt, als er een eigen miss arts uitgezonden kan worden en zijn brieven of verslagen gepubliceerd worden Terwijl daarentegen een „tijdelijke maatregel", die weinig kost, juist daarom de offervaardigheid dooft en op die wijze veel kans hee ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 224
216 wel te verstaan, dat de briefjes daarbij zullen moeten gesteld zijn in dezen geest: „Geachte dokter, als uw vele werkzaamheden u een oogenblik tijd laten, zoudt u ons zeer verplichten met even aan te komen. Tegen hoe laat zouden we u dan mogen verwachten ?" Ge begrijpt, wat ik bedoel. De miss ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 225
217 optreedt als praktis. geneesheer, daar geldt voor hem alles wat voor ieder praktis. geneesheer geldt, niets meer en niets minder. Hij mag dus geen afzetter zijn, maar ook geen onderkruiper of iemand, die beneden de marktwaarde levert en daarmee bewijst, dat er aan zijn waar een luchtje moet z ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 226
218 gen. Wij zouden zeker de opgezetenen hunner landen er niet om afwijzen. Tot zoover is dus alles in orde. Wij doen en laten wat wij als miss. artsen meenen te moeten doen en degenen die toevallig voor hun opgezetenen daarvan eenig profijt hebben, zijn zoo vriendelijk ons daarvoor een tegemoetk ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 227
219 ooit conflicten komen tusschen den hoofddienst (de eigenlijke zendingsarbeid, die door de miss. predikant wordt gedaan) en de landhuurders, dan moet niet de hulpdienst (de med. dienst) een blok aan het been worden, dat de vrijheid van beweging belet. En dat zou het worden als ik tot den miss. ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 228
SLOT.Tot zoo ver dan over de dingen, die door den miss, arts vermeden moeten worden, omdat ze zouden kunnen schaden aan den goeden naam van de med. zending. Ge vraagt me af, of dat laatste niet wat te scherp uitgedrukt is. Ik geloof van niet, mits men wel versta, wat ik er mee bedoel. De m ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 229
221de ondernemingen, met de koeliwerving en voorts natuurlijk met alles, wat onder ons beter niet genoemd worde. De miss, arts zij vrij en onafhankelijk van menschen, doch sta geheel en al in dienst van den Heere der zending, die ook hem Uitzendt en onderhoudt door middel van zijn kerk of ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 230
222den miss. arts noodzaken, voldoende aanleiding zijn om hem te stempelen tot een man met eigen taak, een eigen verantwoordelijkheid en dus ook een eigen naam behoevende, tot onderscheiding van anderen. Ik woonde het eens bij, dat een jong officier van gezondheid op eenige vermaningen van ...
van 24
