1912-1913 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 181
171 een 12-tal bedenkingen door de tegenstanders tegen de koepokinenting, zoowel facultatieve als verplichte, aangevoerd : 1. Vaccinatie beschut niet tegen de pokken. 2. Hoe meer men vaccineert en hervaccineert des te langer duren de epidemieën. 3. Het afnemen der pokken-epidemieën in het begin o ...
1912-1913 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 182
172 3. De bezwaren tegen de vaccinatie, wegens het overbrengen van scrophulose, tuberculose, typhus, enz. zijn ongegrond. 4. Erysipelas of roos kan bijna altijd voorkomen worden. 5. Pyaemie of sepüchaemie komen na de vaccinatie niet voor, tenzij door de gevaccineerden zelven veroorzaakt. 6. Syphi ...
1912-1913 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 183
173 voor de hand, omdat de meeste kinderen ook in Beijeren in hun eerste jaar nog niet zijn gevaccineerd. Op den leeftijd van 1—5 jaren springt het verschil ten voordeele van Beijeren het meest in 't oog (2.5% tegen 32.3%); op dien leeftijd moeten dan ook in Beijeren alle kinderen gevaccineerd zi ...
1912-1913 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 184
174 niet verricht had èn door de sterfte onder die categorie van gevaccineerden ^welke tweemaal grooter was dan elders in de provincie n.l. 2 6 % tegen 12.2 "/Q van de aangetasten". Dit gevoegd bij den tegenstand, die de vaccinatie ook tijdens het heerschen der ziekte algemeen ondervond, bij den ...
1912-1913 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 185
175 bleek bij nader onderzoek niet geheel en al onberispelijk geweest te zijn" (pag. 17). BROEKSMIT besluit: „De gunstige werking der wet is niet te miskennen ; werd in de jaren 1870—73 de smetstof herhaalde malen meegevoerd en verre verspreid, dat na '73 geen algemeene epidemie meer geheerscht h ...
1912-1913 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 186
176 ling omtrent de vaccine ; 2e dat — mocht deze onverhoopt tot stand komen — daardoor, ook al wordt de inenting zooveel mogelijk bevorderd, het aantal der ingeente personen allengs zal verminderen; 3e dat daarmede de morbiditeit en de mortaliteit aan pokken binnen niet langen tijd zal toenemen ...
1912-1913 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 187
177wordt uitgegaan van de gedachte alsof ieder zich tegen de pokken kan vrijwaren, zelfs al breekt er eene epidemie uit. De onderstelling, dat alleen zij naar den burgemeester zouden gaan, die ernstige bezwaren hebben, getuigt niet van menschen kennis; bovendien het is niet juist, dat iede ...
1912-1913 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 188
178 uitvoeren en na 8 dagen zich opnieuw te vertoonen teneinde den geneesheer in staat te stellen over het gevolg van zijne vaccinatie te oordeelen. Ten eerste bespaart men aldus aan het kind den gang naar de plaats van inenting tweemaal, en zichzelf den last, dien een gevaccineerd kind tijdens h ...
1912-1913 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 189
179 gevaren; 2e het aanwijzen van middelen om directe gevaren voor de gezondheid af te wenden." Onderscheiden wordt in de gezondheidsleer, voor zooverre deze het individu betreft, of wel de vo^ksgezondheid. Practisch komt de leer der volksgezondheid neer om de middelen aan te wijzen, ten eerste „ ...
1912-1913 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 190
180 'gemeentebesturen behouden de bevoegdheid tot het vaststellen van reglementen of verordeningen tot voorkoming, wering of beteugeling van besmettelijke ziekten, voor zoover zij niet in strijd zijn met de bepalingen der wet." MR. DiCKE besluit dan ook: „Krachtens art. 29 is het derhalve geoorlo ...