1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 158
122P. J. THUNGspier en het centrale zenuwstelsel, die geheel geen regeneratievermogen hebben. Van deze laatste weefsels, die wel slijtage doch geen aanvulling of vernieuwing kennen, is het centrale zenuwstelsel het duidelijkste voorbeeld. Deze zenuwcellen leggen kort na de geboorte ...
1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 159
STERFELIJKHEID OF EINDELOOS LEVEN123bijvoorbeeld onder de invloed van ioniserende stralen. Maar ik bedoelde het voorgaande alleen als voorbeeld, en als zodanig is het zeker representatief voor de gang van zaken in de gerontologie. Men begint dus met de constatering dat er een natuur ...
1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 160
124P. J. THUNGken, nl. dat veroudering samenhangt met het uitblijven van regeneratie, van verjongende groei: Omnia debet enim cibus integrare novando et fulcire cibus, cibus omnia sustentare, nequiquam, quoniam nee venae perpetiuntur quod satis est neque quantum opus est natura mini ...
1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 161
STERFELIJKHEID OF EINDELOOS LEVEN125Een belangrijke consequentie hiervan is dat de dynamiek van de hedendaagse natuurwetenschap in principe geen einde kent, dat deze experimenterend kennende activiteit niet binnen enigerlei concrete grenzen is in te perken. Van Metsen verwijst, om d ...
1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 162
126P. J. THUNGinhaerent fatum, doch die veeleer in dezelfde kategorie thuishoren als ziekten en ongevallen. Sterfelijkheid als voorwetenschappelijkbegrip.Nu was echter de ouderdom juist gedefinieerd als niet-manipuleerbaar verschijnsel, want de ouderdomsdood, als „natu ...
1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 163
STERFELIJKHEID OF EINDELOOS LEVEN127vooral om de levensomstandigheden. Zodat ook deze vaatziekten, naarmate het onderzoek vordert, meer en meer ziekten in accidentele zin zullen worden en, in principe althans, voor preventie of therapie toegankelijk. Krachtens de aard van onze weten ...
1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 164
128P. J. THUNGEn inderdaad, als we maar lang genoeg doorwroeten dan is, vanuit het puur medisch-biologische denken, het sterven nooit absoluut onvermijdelijk. Het zou altijd ook nog wel anders gekund hebben, niet omdat wij onsterfelijk zijn, maar omdat er geen enkele objectieve rede ...
1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 165
STERFELIJKHEID OF EINDELOOS LEVEN129niet graag de laatste consequenties van waarmee men bezig is en er is uit de literatuur van alle tijden zoveel fraais te citeren over de ouderdom ter verluchting van een wetenschappelijk betoog! Deze mengeling van wetenschap en voorwetenschappelij ...
1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 166
ISOp . J. THUNGOok hij geeft tegen het einde van zijn boek een kernachtige uitspraak. Maar waar we bij Burger de „ewige grosse Gesetze" vonden, daar staat hier: „It appears to me that there is no inherent contradiction, no inherent property of cells or of metazoa which precludes the ...
1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 167
STERFELIJKHEID OF EINDELOOS LEVEN131hauer, of bij de Prediker? Denk aan die prachtige passage over de ouderdom als „. . . de jaren waarvan gij zegt ,Ik heb daarin geen behagen' . ." De passage die eindigt met het beeld dat „. . . .de kruik bij de bron verbrijzeld wordt en het schepr ...