1915-1916 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 51
43In Zvi^itserland heerscht geen uniforme regeling, integendeel in de verschillende kantons worden de meest verschillende bepalingen aangetroffen. Persoonlijke invloeden schijnen hier soms van grooter invloed geweest te zijn, dan godsdienstige of nationale neigingen. Als regel geldt, dat d ...
1915-1916 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 52
44op kosten van het Rijk onderhouden werden of gesubsidieerd, alsook aan degenen, die daarin woonden om toezicht uit te oefenen; tenslotte ook aan de officieren en soldaten. Aangespoord om de vaccinatie te bevorderen, werden de landdrosten en de plaatselijke besturen, verder de bestuurders ...
1915-1916 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 53
45Niet meer degenen, die onderstand genoten, werden nu verplicht zich te laten vaccineeren, doch alleen hun kinderen. Zoo ook gold de bepaling van het gevaccineerd worden, als voorwaarde voor het opgenomen worden in gestichten der liefdadigheid, welke uit publieke of plaatselijke kassen ge ...
1915-1916 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 54
46ontsmetten. Gelijktijdig werd een geneeskundig Staatstoezicht in het leven geroepen, om voor de uitvoering der wet zorg te dragen. Dank zij de meerdere of mindere activiteit van provincialeals gemeentelijke besturen kwamen bovendien nog meer plaatselijke bepalingen voor ter regeling der ...
1915-1916 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 55
47Verder worden o.a. heelmeesters aangesteld om gratis te vaccineeren. Voor iedere geslaagde vaccinatie zouden zij 50 et. genieten, terwijl hij die het grootste aantal verricht had nog een medaille zou krijgen of premie van ƒ 100. Bij het verleenen van bijzondere gunsten zouden de Burgemee ...
1915-1916 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 56
48ten doel hebbende, zijn verpligt alvorens een kind of leerling toe te laten, zich te doen afgeven een schriftelijke verklaring van een daartoe bevoegd genees- of heelkundige, dat die leerling of dat kind de koepokinenting behoorlijk ondergaan of de kinderziekte gehad heeft, of dat de koe ...
1915-1916 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 57
49en liet zelfs het administratief gedeelte nog veel te wenschen over. Het kan dan ook geen verwondering wekken, dat het uitbreken der epidemie in 1870 en vooral de uitbreiding in 1871, aanleiding was, een meer afdoende regeling te treffen. Gaan wij thans na hoe de wet van 4 Dec. 1872 tot ...
1915-1916 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 58
50 „Is niet zorgeloosheid, maar zijn godsdienstige bedenkingen aan sommigen in den weg, ook door deze mag de wetgever zich niet laten weerhouden van hetgeen de bescherming van het algemeen vordert." De verbodsbepaling van Art. 19 (later 17) bij plaatselijke verordening reeds in een aantal gemeent ...
1915-1916 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 59
51 Niet onbelangrijk is uit THORBECKE'S „Memorie van Antwoord op 't voorloopig verslag der commissie van rapporteurs voor het ontwerp van wet tot voorziening tegen besmettelijke ziekten" eenige nadere motiveering te citeeren naar aanleiding van gedane bezwaren, als het ingrijpen in de persoonlijk ...
1915-1916 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 60
52ten doel hebben, wordt jaarlijks een som op de Staatsbegrooting uitgetrokken. Art. 18. Gelijke verplichting als in het vorig artikel vermeld, rust op bestuurders van gestichten van weldadigheid in Art. 1 en 2 der wet van 28 Juni 1845 (Staatsblad No. 100) vermeld, van gevangenissen, van b ...