Het goddelijk karakter van het recht - pagina 11
de gemeenschap van souverein en onderdanen) heeft, — dit gevoelt m e n. — een anderen zin, als wanneer van een goddelijk recht ge-sprokenwordt,gelijkditsommigendoenin de beteekenis vaneene door God Zeiven gegevene regeling der rechtsb ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 12
15 Ookvoorhetlans gebroken, Stöckl,derbestaan envannog werdzulk een goddelijk recht is menige vóórenkelemaanden door AlbertRoomsche kerk getrouwe zoon, de erkenning van zoo-danig recht als eisch gesteld aan ieder, ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 13
16 uitdrukkiug aangaat, in navolging der Grieksche wijsbegeerte, — komt een natuurrecht voor. Ja, nauwelijks had de jongeling den dorpel van Themis' tempel overschreden en zich aan de beoefening van de „totius legitimae scientiae prima elementa" gezet, of hem werd de schier woor delijk aan Ulpia ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 14
17steld, wie aan het natuurrecht zijne aandacht wijdt, voor het grootste deel op rekening van het laatste tweetal eeuwen te mogen Althans, wanneerstellen.men natuurrecht in den engeren, m e e r juridischen zin verstaat, waarin die term eerst later is gebezigd; Grotius ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 15
'18als het warebovenhetpositieverecht zich eene andere regelingdenken, die dit recht geheel of gedeeltelijk voorzooveelrechtsregeling positieve hetrechtzijditbedekt, maar die, althanspositieve recht ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 16
19 men toch dit heeft gevraagd, dat zoo zich in het eerste eene leemte voordeed, althans in dat geval het natuurrecht van kracht zoude wezen, gelijk dan ook door de Oostenrijksche wetgeving inderdaad aan hetnatuurrechtdebeleekenisvansubsidiair recht is toegekend ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 17
20 spraakkan maken, heeft de strijd te worden gevoerd.recht zelf dient de aanval gericht.Tegen datHet is niet voldoende den boomwegens te weligen wasdom der kroon te besnoeien; hij moet wor den uitgehouwen,wijl hundéze voorstellingheeft ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 18
Hetgaat dusdit, blijkbaar daan, vanallerminstdoorzichaanom aan Stahl te verwijten, zooalshem niet te begrijpen, door Stöckl wordt g e schuldig te hebben gemaakt aan het apotheoseerenvan het positieve recht.Eene »Ehrenre ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 19
22 aanzienvoldoende regeling,naar den Wil Gods, die, welke in demenschelijke samenleving tot stand komt*). Met Stahldie zelfstandigheid zeer stelligook dezerechtsnormen, welke uit men,laat het zich zeker alleszins rijmen, datdenmeenin ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 20
lingzoude gelden,diezichtotde eerste verhoudt als orde tot1gezag ) .*) De g^dV.htengang, dien Stöckl (t. a. p., Bd II. S. 84 u. folgg.) volgt, is deze. De maatschappelijke samenleving is niet willekeurig, maar natuurlijk. De mensch is op hai ...