Uit de diepte - pagina 281
275 metterdaad tot de dorstigen behoort, van wie zonneklaar uit datgene, wat gij begeert. Waarom is het u te doen? Wat zoekt, wat verlangt gij? Kent ge iets van dat dorsten naar God? Is het u te doen Neen,ofhier sprakegijis,blijktomzijne gemeenscha ...
Uit de diepte - pagina 282
276Heb mijn tranen onder 't klagen Tot mijn spijze dag en nacht; Daar mij spotters durven vragen: ,Waar is God, dien gij verwacht?" 'kbenauwdeMijnAlsHoezijzielzich voorversmelt,oogenstelt,onder stem en snaren Fees ...
Uit de diepte - pagina 283
277Zoo laat hij nog zijn verleidende stemme hooren, om den zondaar in slaap te houden, opdat hij ten verderve ga. Doch wie dorsten naar het water des levens, die spotten niet met d i e s c h u 1 d. Zij glijden er niet over heen. Zij denken niet: »Dit komt wel terecht." Neen, overmits zij d ...
Uit de diepte - pagina 284
278 duszeaanterwijl zy niets hebben om den Heere dan een verbroken en verslagen harte, de Heeregenoodigd,te bieden,schenktwordenzelafenis,endieszijnhet heerlijkheden, diehunbeloofd.IV. ...
Uit de diepte - pagina 285
279 oordeelen? Evenzoomin kan de wereld den dienst des Hoeren liefhebbon. Zij kan zichzelve niet verloochenen. Zij is Gode vijandig. Zij verstaat niet de dingen, die des Geestes Godshaar dwaasheid. des Heeren verstaat wel, wat het zeggen wil te deelen in de liefde Gods. Zij heeft een verma ...
Uit de diepte - pagina 286
!!!280 u geen gunstig teeken. Toen de Heere den Emmausgangeren de Schrift juitlegde, waren hunne harten brandende in hen. En zoudt gij dan meenen, dat het ooit een teeken van liefde, van vurige liefde voor den Heere is wanneer gij niet hongert naar dat Woord? Min gunstige tee ...
Uit de diepte - pagina 287
UIT DE DIEPTE. LEERREDENENDE PREDIKANTEN DERlEDERDÏÏITSGHE GEHEEORMEERDE KERKEU (doleerendey.XX.DE VIËH H00lti\Ë\ Ë\ DE VIER SNEDEiX. DOORF. P. L. C.VAN LINGEN,DIRECTOR VAN HET GYMNASIUM TE ZETTEN.^»AMSTERDAM,••€= ...
Uit de diepte - pagina 288
,,arm beschermt de vromen, hun zielen van den dood. hen nimmer om doen komenZijn machtig'EnredtHij zalIn durentijden hongersnood.In de grootste smartenBlijven onze harten 'kIn den Heer gerust, Zal Hem nooit verget ...
Uit de diepte - pagina 289
,,!283 en op het gestadig wentelen van het rad der fortuin hopen gaat, en met dienzelfden Seneca weer zegt: »Geen hevig onweer duurt lang; hoe meer kracht de stormen hebben, des te korter tijd." Ware dat de troost van wie Christenen heeten, dan zou de heidenwereld hen kunnen bescham ...
Uit de diepte - pagina 290
:284 op ons sterfbed niet ontbreken, wat van Chrysostomus vende lippen werd gehoord: »God zij in alles geprezen". Niet altijd staan begenadigden in die blijde zekerheid.ster-geloofde een Abraham. Nu zou de Damascener de erfgenaam zijn en straks werd weer gewenscht »Och, dat I ...