GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Moderne Kerstpoëzie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moderne Kerstpoëzie.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enkele weken geleden verscheen bij de U. M. „Holliind" te Amsterdam de verzenbundel „Sprongen" van Jan H. de Groot, in zijn uiterlijk geheel de pendant van de Merodes „De Verloren Zoon", waarover, we pais geschrevein hebben^).

\'oorzoover wij' weten is deze bundel de eersteling van den heer de Groot en de samenvoeging, althans gedeeltelijk, van verschillende hier en daar (o.a. in ..Opwaartsche Wegen", Callenbach's kerstboek) gepubliceerde verzen. ,

Deze omstandigheid verklaart den inhoud en tegelijk den titel. We vinden onder de ruim dertig verzen, die hier worden geboden, uitingen van gansch verschillende stemming en' gedichten uit onderscheiden ontwikkelingsperioden. Maar gezien het karakter van sanienlezing en toevoeging, dat is dus van vereeniging van oud en nieuw, wekt dat geen verwondering. En do, soms grillige, wisseling van stemming is in den titel „Sprongen", voldoende gemotiveerd.

Over 't algemeen zijn dez? verzen goed, de bewijzen, dat we in den heer de Groot een dichter mogeni begroeten, wiens werk beloften bevat. We zouden dat nader kunnen en ook moeten aantoonen, zoo de bedoeling van dit artikel was een bespreking van den bundel. Dal is echter thans ons doel niet. We hopen later nog wel eens de gelegenheid daartoe te vinden, als de dichter met een tweeden bundel voor den dag komt (zoo lang zal dat wellicht niet duren, - vvant hij schijnt een spontaan en actief man); nu willen we een tweetal van, deze verzen citeeren, als proeven van' moderne christelijke poëzie over het feest, dat we de volgende week staan te vieren, het kerstfeest. Zoo sluiten we, naar sinds lang gevolgde gewoonte, ook in deze rubriek aan bij de gelegenheid van den tijd.

De beide verzen, die we bedoelen, sluiten bij elkaar aan. Zo leiden ieder voor zich onze aandacht naar den kerstnacht, maar belichten dan de twee groote tegenstellingen daarvan: de schamelheid van de kribbe en het majestueuze van den engelenzang. En in die tegenstelling wordt de groote, wondere eenheid van het gebeuren gevat. 't Eerste vers is:

De Stal.

In schamel licht gedoken, Avas de stal een stille plelc, waar niets bewoog dan 't kleine hoofd der moeder, dat zich boog over een kind. Was dit Gods Zoon van wien 't Heelal gezongen had? was dit de koning die redden zou wat was'verloren? Was deze sta! genoegzaam tot zijn woning? Was hier de Zoon van God geboren?

De wijzen bogen neder én aanbaden. Bij hen geen vraag, geen twijfel, geen verwijt, (iod zelve had hun schreden hier geleid. Vertrouwen en geloot waren hun simpele daden.

En schuchter kwam ik na en zag de kinderoogen. Die zochten heel den twijfel van m'n hart. Ik vond een blik van eindloos mededoogen, \'an eindelooze liefd' en. eindelooze smart.

Men herkent hier aanstonds de vormen van het moderne vers. Maar ook de inhoud is gesteld naar dezen tijd: niet het eenvoudig verhalende (ofschoon dit vers simplistisch genoeg is) van den middeleeuwschen kerkzang, niet het lofverheffende van de 19e eeuwsche lyriek, maar het impressionistische van het moderne vers, dat op eigen stemming en indruk is gebaseerd. Nóg modemer van vorm is het tweede gedicht:

Kerstnacht.

Er blonken honderd wondren aan de hooge wijde blauwflu'sveelen .hemelbogen. De nacht was luid' 'van stilte, en zacht doorgloeid, zooals 't geluk in blijde kinderoogen bloeit, , en woordloos spreekt; zoo overtogen van geluk en vree was deze nacht.

En uit de Eeuwigheid l)rak los een licht, dat goud was, wonder goud en groot. Eén schicht oranje en bloedend rood, een warm-geweld van • glansen.

Dit was Uw ster. Uw bode. Uw gezant van vree en van verlossing. God, Uw hand Was opgericht aan al do hemeltransen.-

l'oeu schoven heel de blajike heemlen open Een symfonie van kleuren, een tuimelende val van • licht, gedropen uit een Heelal van blauw en goud en smetloos wit. En in • de verre oneindigheid verloren. Een woud van engten, saam tot Goddelijke kooren. Zij zongen.... duizend stammen.... God, één stem e.'JiUw stem, (Jie zong, die zong van 't kleine Bethlehem, " - En van Uw groeten, Zoon, die was geboren.

Impressionistische poëzie weer, in alles een vers van dezen tijd, waarvoor we nóch den middeleeuwschen primitieven kerstzang, nóch de 19e eeuwsche breedlyrische kerstcantate willen missen, maar dat toch als proeve van moderne gewijde kunst merkwaardig en van beteekenis is.


1) in de nos van 1 en 7 Decsmber.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Moderne Kerstpoëzie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1928

De Reformatie | 8 Pagina's