GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het studeeren der Ouderlingen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het studeeren der Ouderlingen.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Kan de OuderlingeucO'nferentie uitnemend dienen om bij de opzieners geestdrift te wekken tot h'im ambt, en hun attentie meer te scherpen voor fle groote vragen van onzen tijd; kan de kerkeraiadsvorgadering, waarop eenig onderwerp', dajt de regeering idetr kerk raakl, wordt behandeld, hiet weinig bevorderlijk zijn aan hiun ambtelijke ontwikkelincr, 'loich kan daarmede , niet woriden volstaan.

Het bevestigingsfoimulier eischt van de ouderlingen juist persO'Onlijik ondeteoek. eiïu itors o O' n 1 ij k e oefening. ' .^ ' 'J^-

Er slaat: „Om hetwelk te doen, de Ouderlingen schuldig zijn, Gods Woord naarstig te onderzoeken en zich'zelven gëduriglijk te oefenen in de overlegging van die verbiorgeniheden des gploofs."

Vooral het laatste ideel dezier zinsnéde laat het persoonlijke in dit werk zoo duiidehjk uitkomen.

Hier woridl niet gevraagd, dat zij^ elkander, maari zichzelf zxillien oefenen.

Trouwens, ieder, die zich in eenige zaak heeft ingewerkt, 'wieet, idat gezamenlijke oefening, cursorisch'e leiding eten hiulpdienslt kunnen verleenen, welke soims onmisbaaj'. is, ^'aar dat dé nadruk valt op ide persoonlijke verwerking.

Zullen onze ouderlingen persoonlijkheden zijn, zullen ze geen imitatie .Vforden van den een of den ander, zullen hun kanakteristieke gaven zich ontplooien, idan belboeven zij ieder voor zich het Schiif 1 onderzoek en de oefening in de geloofscverlegging waar te nemen.

Hierbij doeil zich in onzié dagen al dadelijk de vraag op: waar halen zij' den tijd vandaan?

Door 'hel ambt te aanvaardien, • slaan de ouderlingen reiöds veel van |hun vrijen tijd aan lie gemeente af. Zij hebben jdë kerkeraadsvergaderingen bij te wonen en huisbezoek te doen. Bovendien woriJen de ouderlingen meest gekozen uit hen, idie in het vereenigingsleven min of meer op den voorgrond traden. Zij kunnen die vereenigingen, welke vaak rnet 'hen vergroeid fcijn, niet maar Zoo aa-n haar lot overlaten. Waarbij' dan nog kom't, dat de keuze voor ©en geschifcten plaatsvervanger gewoonlijk' niet bijster groot is. ' •S*"fiM

Zoo 'zijn in dé groote steden de ouderlingeii!%'ffi' ook overbelast.

Zij komen avoniden te kort. 'Waar niO'eten zij idan de gelegen!heiid tot bij'zöndexö studie zoeken?

Dat heeft menigeen ertoe geleid om die staidie er maar aan te geven.

Het ging hun aan luet h'a, rt, doich zie wisten er niel anders op.

Ze kodden nu eenmaal van één daig er geen twc^ maken.

Maar de genneiente ondervinidt er de nadeelige gevolgen van.

Ze ontgroeit aan zulke ambtsdragers. En hel tragische is, idat die ouderlingen vaak mnenen, er zidh nojg al aaiidig ite hebben doorheen geslagen.

Het vew, gaat hun als mienigen predikant. De eischen ider praktijk leggen oip den predikant, ilie in een groote igemeente arbeidt, zulk een beslag, 'dat, wilde ihij aan alles voldoen van Maandagmorgen tot Zaterdagavond in de weer zou moeten zijn om dan 's Zondags teir verpoozing te preeke'n.

Al te - velen laten zidh 0p die manier leven. Zij worfden geleefd door de praktijk. Zij' laten zich maan voortstuwen door wienscihen van. dezen en dien.

En mei welk gevolg? , . : • Dal de studie er bij insehiet.

Rijkbegaafde jonge mannen zijn op die wijze voor alle wetenschappelijk leven verloren, .gigïdan. Zij zqn intellectueel uitgedroogd. " 'llrt¥f''V .v •

En dait niet allaen. - 'rmém^ .: : ' : •!: /; Maar ook hun preefcen leden'W-fiönder. Eerst mierkten d'e menschen dat zoo niet.. .; ;

Zij waren met hun nieuwen dominee .zeer_.: ingenomen.

Doch allengs verloren zijti p|; ^kep^.g^^^pis('.heid.

Zoo hij in een ge'meente met inleéïdierö eóllegas stond, belde men hij hem trouw aan als er zieken waren. Men zocht jhem' aan om' dit bij te leggen en dat ofp-te knappen en bij' die gelegenheTd Ie spreken, soms zelfs om een boottocht te leiden (historisch!)! Maar als het Zondag w|as, .., , pa, ssi.2'0rde men hem, en kerkte bif zrpi c, onfrater.^g^^g|||

Viert hij dan na jaren een jubileüïn; •dan is ter gielegenheid • van de jubileumviering en dito pteek öte kerk prop-en propvol, de mtiren barsten, de vereenigingen storten haar lieflijlksten dank over haar E ere-voorzitter uit, nïen jgetuigt ervan, hoe hij in de gemieente heeft gezwoegd en giCldraafd', men maakt grapjes op hem: , b.v. dat hij in vroeger jaren zijn traktement wel aan schoenen op kon, men prijst hem allerwegen als een trouwen zieleherder, er blinken tranen in deoogen, de stemmen 'trillen heusch van aandoening. Maar den Zondag daarop loopt men ide kerk, wiaar hij het Woord bedien!, voiorbij en de man, die nog den jubileuinaureool om zijn slapen voelt vonken, staat daar voor oien holle ruimite, met hier en daar een nlenscbelijk stipjei. ~^, ^; ^^, :

Men heeft dahJ^ToBweleens gevraagd: is het niet beter ide jubilea af te schaffen?

Maar, beter kan gevraagd: moesten de predikanten niüt dringender worden gewaarschuwd oni met hlin studiie hUn tijd-bij te blijve'n? Omi zich zoo geti-ouw inogelijk van him heilderlijke taak te kwijten, maar om de voorbereiding voor de predika, tie toch voiorop ta laten gaan?

Moesten zij tegenover allerlei wienschen on hSf geoiiteü, o|m zich in ptaküsohe beslommieringen. te laten verdriidsen, niet wat meer ruiggegraat toi'jnen, en zi-ch voornemien en öiat voiornemen ook getrouw blijven: de kanseidiens't staat ibijl nüj boivenaan., da, arnaar moet al het overige zi.ch regelen?

Natuurlijk kan hij' voor (dien kansaldienst wel zooveel lijd noodig hebben, idat hül-, al het overi, ge verwaarloios!; . .^^^^«^.«s-, ^^; ^^^-

Maar dan deugt hij voior öen. g^^^^fej||t. Ook hier zijn grenzieu. . ft^^ïMtM'

Als dit slechts gehandhaafd blijft: 'dat'de: , predika.nt eerst tijd verwerve voor zijn studie.

En ditzelfde geldt ook, zij het met 4feg|tipilige wijziging, voor.den ouderling. > : S«> ; .v%t.

Men 'kan zeggen, dat het herderlijk werk bij hem-nnmmier één moeit zijii.

Daarom wordt hij' onderscheiden van die o-uderlingen, die arb'eiden in het Woord en in de leer.

Doch gelegenheid tot studie moet ook hij zich scheppien.

Hoe dmk hij het ook hebbe, daarvoor moet hij ko'st wat kost tijd maken.

Het welzijn van Jerusalem is er mede gemoeid.

Een ïraag in zake „Herkerstenina".II.

De vraag van Ds .Brouwer is éen tweeledige. Vooreerst of Herkerstening in ]dien breeden zin dienL genomten, dat ook jde christelijk'-philanlhlrüpische arbeid 'eir onder valt? •

En indien ja, oif dan . sa'mtetawlèr'kirig hisscteh Christenen van vfeïsehillende gezindten niet o'nmo^ gelijk wordt gemaakt, waar toch dei Herkerstening öf direcit van de institutaire kerk uitgaat 6f onder haar toezicht woi^dt 'ter hand genomen?

Wat de eerste vraag betreft, zij opgemierkt, '^dat men iten slotte alles in ruimeren of engeren zin kan nemien. 'Als men het heeft over een huis, kan men er 'den tuin bij' begrijpen oif het enkele huis bedoelen.

Of een woord' een ruimere of engere betefekenis heeft, m'oiet blijken uit iden letterlijken zin, de historie en het verband, waarin het gebruifct_wordt.

Bij Herkerstening hangt er aUes v: ain--.ai£^ wat men onder !Kersljening verstaat. Wl

Want gelijk vroeger werd gezegd, '''zit in Herkersijening oipgesloten: idat er eerst Kjerstening heelt piaa'ts gehad, dat - er daarna ontkerstening is ingetreden en nu weer getracht wordt, tot nieuwe Kerstening te geraken.

Hoe voltrekt zich nu |de Kerstening? En dan kan er geen twijlfel over bestaan, dat Kiersterang voornamelijk geschieldt door de predi-i king. Predikt het evangelie aan alle krealuren, zoo, gebood Christus. • ;

De prediking blijft ook nu-nog hét middelpunt. ' Zij is de kern der Kerstemngsarbeiid. '

Zelf" waar alleen het Woord wordt' veTkoMigd, is de 'Ktersteningsacitie aanwezig.

Nu kan het noodig zijh, om die preidiking 'door ' hulpmiddelen te ondersteunen. Men kan hot hosjita.al als lokmiddel gebruiken. De hulp' dei-"schoen draagt een gemengd karakter, ' n.L om de kinderen van hen, die voor 'het christendoini gewonnen werden het . endenvijs .te .yerstrekken, . door het verbond geëischt, veiwolgens; om^ ook kinde||!Ji__ van niet-christenen. te trekken.

Daarbuiten feitaa.t échter, dp ..clxïistelijk'e philanthroipie.

Onze Ze-hding b.v. heeft er .niet over gedacht óm tehuizen voor geVallen meisjes, verwaarloosde kinderen, aan opium verslaafden errz'. in te richten.

De philanthropie kan de Kerstening wel ten gOicde komen.

Maar hisitorisch 'is ziji; iS^R'^ffi; 3|^ii^ral^|Si' cler Kerstening.

Men ga sïèdhlg' na^'^^^I^JJgf^Éris'tëu'dbm in EuiO'pa. terrein won.

Chrisijelijike philanthroipie' ëri Kèrtetening hebb«n beide wel de christelijke liefd'e tot drang, maar zij hebben een onderscheiden doel.

De Rerslening heeft tot 'speciaal doel vooir Christus en zijn fcsrk te ^vinnen. De philanthropie om.' zich ite ontfermen over ongelukkigen, omflat zij' m'enschen zijn. Na.luur]ijk wor^dt de christelij'ke philanthropie geoefend in de stille hoop, dat ide gevallenen en vetdoiolden zich lot Christus ztillen wenden. Toch laat zij haar voorwerpen niet pas los, wanneer zij zich hebben bekeerd, miaar wanneer ziji ziji) geholpen. •.'è(kS: S^l

Zoo dient dan ook .Herkerstening-#li''? e woriden O'nderschejiden van de chiisitelijke philanthropie.

Nu de tweede kwestie. Eigenlijk is die doior hét beantwooilden der e(; rsle vraag reeds vervallen. . .

Bij philanthropie blijft dezielfde samienwerking als Tot nog toe mogelijk.

Men krijgt dit perspjetotief:

1. Herkerstening, rechtstreeks uitgaande van de kerk als inslituut.

2. Hulpdienst bij; de Herkerstening, uitgaanlde van vereenigingen, welke onder kerkelijk' toeeicht staan.

3. Christelijke philanÜiropiie', uitgaande van vereenigingen, 'die niet onder kerfcelijik toeziciht staan, maar voor Christusbelijders uit yierschillende kerkerigroepen plaats inruimen.

Laat mij overigens Ds Brouwer danken voor zijn belangstelling in Lt ik oVev dit onderwerp schreef.

Nu nog een opmerking aan het aldlres van anderen. Ik vernam, 'diat men aan het woord „evangelisatie" voorkmir wilde schenken, omdat daaiin het „evangelie." zoO' uitkomit.

Maar 'dan Inag onzerzijids die voorkeur toch zeker wel woj^den verlangd voor Iden term „Herkerstening".

Want in „Herkerstening" kolmt tot uïtidrufcking de lieflijke naam, idi© "heme|, ; ; , jen-atarde .yereenigt te k'aarhi n.l. Christus. "^^^^^'Sillll^lft.'

Ieder weet het: fK; érsl; fêè-S't'''is Chiistusfeest. ''••lilaar daarotn' isook Herkerstening een veroveren, vóór'Christus.

Wordt dan de heieidijkheid van. dezen arbeid door heit woord „Herkerstening" niet treffend weersegeven? .

HEPP.

De Centrale voor Jeugdarbeid op Gereformeerden grondslag.

I.

Ook in di't blad is melding gemaakt van de Conferentie voor Gereformeerden Jeugdarbeid, welke den Uden Januari j.l. te Utrecht werd gehouden en van de Centrale voor jeugdarbeid op Gereformeerden grondslag, waarvan de constitul'Le, althans in beginsel, op die Conferentie heeft plaats gevonden. HeJ; werd gewenscht geoordeeld, dat de lezieirs over deze Centrale nog eenigszing uitvoeriger zouden worden ingelicht, en , mij werd verz'ocht, mij daarmede te belasten. Een taak, waa.rvoor ik mij gaarne beschikbaar stel.

Laat mij beginnen ide ziaafe historisch op' te halen. Het is al seidert eenigen tijd, dat bij' verscüüllendie personen, die zich meer in hét' bijzonder voior den jeugdarbeid geven ; of daarvoor voelen, gaandeweg meer het denkbeeld 'rijpte, dat er naar meerder contact moest getracht worden tusschen de verschillende groiote organisaties, welke de leiding van het jeugdwerk onder ons in handen hadden. Het zoieken naar contact had er al toe geleid dat in verschillende plaatsen, voioral in ide groote stédsn, Centrales voor jeugdarbeid waren gevormd, soms op' iden eng-belij'nden grondslag der Gerefornreerde belijdenis, soms op de ruimlere basis van het Christelijk beginsel in het algeto'een. Maar men voelde, dat dit niet genoeg was; dat dit niet gaf walt •we toch 'ei, genlijk en in de eerste plaats hebben moes ten.

Er was behoefte aan contact tusschen de groote, landelijke organisaties, teneinde ''zooveel mogelijk eenheid te verkrijigen in de hooldlealding van" den jeugdarbeid. In die hoofdleiding itoeh komt men veel 'meer dan in het plaatselijke wei'k te staan voor ide vele 'grooite en ingrijpende vraagstukken, die zich in verband miet het thans-ziop buitengewoon actueelc probleem 'van den jeugdarbeid voordoen. Vraagstukken, die niet iedere orgarlisatie voor zkh zelf m: aar mqeit 'zien op te lossen, miaar v/aarbij; een gemeenschappelijk zo'etoen en in studie nc-ni-ïu noodza.kelijk is, omdat de op'lossing 'de' bel: ingeu van de verschillende organisaties raakt. Ik .noem' als enkele van zulke vraagstukken: onze hoivding ten opzichte van overheiidsst.eun, de' voorziening in de béhoiefte-aan-.geschikte ieiders •en'i]? idsteg^ voor ide-n jeugdarbeid, de lichamelijke opvoeding, de beroepskeuze, enz!. Het is geen wonder; dat gelijktijdig in verschillende hoiofden het denkbeeld groeide, dat er een 'weg inoest gevonden worden om tot een nationaal, contact 'te komen.

Het spreekt ook vanzelf, |dat dit al .meer een vasten vorm aannemende denkbeeld toen niet tot de hoofden, waarin het was opgekomen, beperkt bleef. Er werd ook ta-eer dan eens in meer besloten kring over gelsproken. Ook in den boezem van sommige ider organisaties werd het geopperd. Op ide laatste jaarvergadering van den Ned. Bonil van Géref. Knaplenleidérs (sedert |die Nederlandschen Bond voor Geref. Jeugdorganisatie); op .tweeden Pinksterdag 1921 te Amsterdam gehouden, werd door het Tweede 'Kamerlid J. Schouten'een lans daarvoor gebroken; en ik geloof geen al te grOiOle onbescheidenheid te begaan door te verklappen, dat het oiok in meer dan een vergadering van het Bestuur van den Geref. Jongelingsbond een. o-nidieirwerp van ernstige beraadslaging uitmaakte.

'Terwijl ZO'O hel denkbeeld van een nauv/er contact aan verschillende zijden nleer en meer begon 'te rijpen, greep een viertal personen het initiatief om zich als !de verbindingsschafcel op te werpen, die de orga.nisatieis samenbracht, in het vertrouwen, idat. als ze eenmaal samen waren, het vanzelf wel tot een meer vaste 'en duurzame samienwerking komien zou. Döze 'personen waren Prof. Hoekstra, het Tweede-iKamierlid Söhöuten, Me juf f r. H. S. S. 'Kuyper ien schrijver dezes. Voor .hen stori-'den van meet af twee dingen vast. Ten eei'ste, dat het contact gezocht moest worden niet op een meer breede Christelijke basis, ma, ax op' den scherpomlijhden grondslag 'der Gereformeerde belijdenis, waaro'in id'an ook uitsluitend orgaaiisaties tot medewerking werden aangezocht, welke op dezien grondslag zich hebben .gesteld. En ten tweede, dat er & eiï wieig moest ge vonden worden om hèt contact niet 'c-nkel tusschen .'de O'rganisaties te leggen, maar zieh c.ok - te verzekeren van de medewerking van personen, 'die zonder in deze organisaties een. plaats in te nemien, zich nochtans met toewijding aan den jeugdarb'eid gaven of 'daarin bizondere belangslsUing toonden.

Uitgaande van deze grondgedachten, zond toe.n de aangeduide co'mmissie van initiatief een circulaiie aan de haars inziens in aarim'erking komende organisaiies 'e^n piersonen, waarin zijl in hooldtrekkeji haar bedoelen uiteenzette, - 'en tot bijwoning van een eerste samenko'mst uitnoiodigde. -

Tot dankbaarheid stemt, dat deze circulaire algemeen met hartelijke sym'pathie 'en instemming werd ontvangen. Van de organisaties die waren gènoodigd, trok zich niet één terug, terwijl de personen, die aangezocht .waren, wel niet allen konden it'egenwoordig zijn, anaar hun afwezighoiid mocht niet op rekening van gebrek aan belangstelling worden gezet.

En zoo werd dan de eerste samenkomst gehoii-den - te Utrecht, op' Dinsdag 6 September 1921, in het Gebouw voor Chr. Sociale Belangen op' de Kromme Nieuwe Gracht. Daar waren vertegenwoordigd - de genoódigde organisaties: de Ned. .Bond van Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag, de Bond van Meisje'svereenigingen op Geref. grondslag in Nederland, de Ned. Bond voor Geref. Jeugdorganisatie, de Geref. Zondags school vereenigin.g „Jachin", het Gereformeerd Schoolverband en de , samenwerkende Gereformeerde Studentencorpora in Nederland. Bovendien hadden aan de uitnoodiging gehoor gegeven ide H. H. |A. Jonkman, Dr W. J. Koilkert Jr, J. v. d. Molen Fz., H. Amielink en Jonkvrojiwe C. - van Limburg Slirum.

Ook in ideze samenkomst bleek de grootst mogelijke eéüsgezinidheid - ten aanzien van de wenschelijlvheid eii noodzakelijkheid van het vooropgestelde doel. Wie ook ider aanwezigen het woord voierde, allen verklaarden om' strijd, 'dat de nauwere aanraking en sam-enwarking op het terrein van den jeug'darbeid 'een idringende eisch was, beneinde tot de hoogst noodzakelijke, meer en meer intensieve bearbeiiding van het opkomiend geslacht te geraken..

Men ziet uit ide keuze der uitgenoiodigde organisaties, idat de commissie , v.an initiatief bij' de vaststelling van den gro'udslag wel zeer enge grenzen bad getrokken, me^ar bij de bepaling van het begrip , , jieugdarbeid" zoo ruim mogelijk was te werk gegaan, teneinde alles te O'mvatben wat, staande op de basis der Gereformeerde Belijdenis, zich op eenige wijze met - arbeid onder de jeugd bezig hield. Niet alleen de vormirig, van de Gerefor--meetide jeugd, maar ook het winnen van de ontkerstende j'eugd; niet slechts ide vrije jeugdvo-rming, maar ook de school-opvoeding wfenden in de actie betrokken.

G. CH. AALDERS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Het studeeren der Ouderlingen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's