GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Reformatie in de prediking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reformatie in de prediking.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

XIII.

Het resultaat van onze enquête. XI.

Herinneren we nog eens aan de reeds gerefereerde reformatorische wenschen, door de deelnemers aan onze enquête geuit:

1. Het bevindelijk element in de.prediking heeft dring e'nd versterking n o o d i g.

2. De prediking dient meer t ij d p r e d i-king te z ij n en reken ing te houden met de geestelijke stro o; mingen onzer dagen.

3. Er k o m e meer b e z i e li n' g in de prediking.

4. De prediking ontsluite meer het geheel e Woord Gods.

Hierop volgt een punt, dat nog al veel omvat en dat misschien het best hierin toe te spitsen is:

5. Er worden minder historische stoffen gekozen. Want daarom concentreeroii zich voor een groot deel de klachten, welke wij hier op het oog hebben. De een zegt, dat de prediking soms te zeer het karakter van een bijbellezing draagt. De ander, dat zij vaak wel in een evangelisatie-lokaal op haar plaats zou zijn, maar niet op den kansel. Een derde, dat over het geheel het gehoor te laag wordt aangeslagen. En de meesten brengen dit in. verband met een zekere voorkeur voor historische stoffen, welke zij meenen te ontdekken. Men merkt daarbij op, dat de prediking, als zij rekening houdt met het kerkelijk jaar, toch reeds veel historische stof zal moeten kiezen. Maar wanneer dan daarenboven nog op de overblijvende Zondagen over geschiedenissen en gelijkenissen wordt gepreekt, komen de andere deelen der Schrift niet tot hun recht. Eén lezer heeft het volgens zijn gespecificeerde opgave in 1927 al heel merkwaardig getroffen. Van de 52 Zondagen hoorde hij op 38 over een historischen tekst preeken. Daar waren heel fijne psychologische preeken bij, voegt hij eraan toe. Hij ontkent ook niet, dat een historische tekst voor de kinderen der gemeente bijzondere attraktie heeft. Ouders, zoo denkt hij, zullen zich dan ook lichter met zulk een tekstkeuze kunnen verzoenen dan zij, die geen kinderen hebben. Het peil der prediking wordt er onwillekeurig door omlaag gedrukt. Of ik daarop eens de aandacht wil vestigen, vraagt hij. Wat ik bij deze dan gedaan heb. Naar hij merken zal, staat hij hierin niet alleen. In hoever wij hier met een tamelijk algemeen verschijnsel te doen hebben, kunnen wij niet beoordeelen. Maar misschien willen onze predikanten hierover eens hun gedachten laten gaan.

Over de volgende punten kunnen wij niet zoo breed uitweiden.

Anders kwamen wij voorloopig niet tot een eind. Mogen wij daarom volstaan met ze alleen te noemen en verdere toelichting achterwege te laten?

6. Er worde meer „separatie" gemaakt tusschen bekeerden en onbekeerden.

7. Het werk Gods sta meer op den voor-' grond.

der 8. Er worde meer gelet op den vorm prediking.

9. De prediking worde „h"a, rlelijker".

10. De prediking zij er meer op gericht het k er ke 1 ij k besef aan te kweeken.

11. Er worde meer nadruk gelegdop het a p o k a 1 y p t i s c h" e element.

12. Het sociale element worde minder verwaarloosid.

13. De zending kome vaker ter sprake.

14. De prediking b 1 ij v e binnen de v e r-moeidheidsgrenzen van het gros der gemeente en kieze niet als maatstaf de vermo ei dh ei d sgr ens van den prediker, daar die in den regel veel wij der V a n o m t r e k i s.

Hieronder hebben wij zooveel doenlijk alle wenschen saamgebracht.

Mogelijk zal niet ieder deelnemer aan onze enquête den zijnen er dadelijk in terugvinden, omdat wij zijn formuleering niet hebben overgenomen, Maar bij eenig zoeken zal hij hem wel ontdekken.

Gelijk • gezegd, hebben wij er ons in den regel van onthouden uit te spreken of wij het met een wensch eens of oneens waren.

Dat zal wel uitkomen als wij in meer thetischen vorm onze gedachten over reformatie in de prediking ontwikkelen.

Wij danken onze korrespondenten ten zeerste, dat zij deze enquête deden slagen.

Wij danken hen ook voor den vorm, waarin zij dat deden.

Velen gaven van tevoren toe, dat hun oordeel eenzijdig kon zijn.

Menigmaal verraste ons de liefde tot hen, die het Woord Gods verkondigen.

Mogen wij heel ons Gereformeerde volk afmeten naar de deelnemers aan onze enquête, dan willen wij den uitroep niet inhouden: wat heeft dit volk ondanks veel gebreken toch mooie eigenschappen!-

Wij vergeten daarbij niet: die zijn hun eigen geworden door Gods Geest en Woord.

-^ Ter beëindiginfl der discussie.

Van de heeren Redert en Troost ontvingen wij onderstaand stuk ter plaatsing.

Gelijk men ziet, gaat dit grootendeels langs ons artikel heen.

De discussie komt daardoor op het doode punt te staan en het heeft daarom geen zin, die langer te laten voortduren.

Wij brengen in hun schrijven enkele cijfers aan, welke verwijzen naar de opmerkingen, welke wij daarop laten volgen.

Hooggeachte Redactie.

' Vergun ons naar aanleiding van uw laatste stuk in „De Reformatie' van 7 Deo. 1.1., getiteld „Het masker af", enkele opmerkingen.

1. Onze bewering dat het protest van Dr v. d. Vaart Smit niet werd geplaatst, handhaven wij ten volle. Een ingezonden stuk wordt op de daarvoor bestemde plaats opgenomen. 1) Dit deed u niet. Immers Dr v. d. Vaart Smit zond ziju protest in d.d. 29 JuH. Eerst in het nr. van 12 October kwam één zinsnede voor, terwijl u den tweeden zin z a k e 1 ij k weergaf door te beloven uw lezers op de hoogte te zullen houden met het bewijsmateriaal dat Dr v. d. Vaart Smit zou ontkenen aan geschriften van Augustinus en Calvijn. 2) Vergelijking met bovengenoemd ingezonden stuk d.d. 29 Juli zal u hiervan overtuigen.

Moge bet stuk „feitelijk" door u zijn weergegeven, het kwam door inlassohing in uw artikel in bepaald licht te staan en was niet objectief. 3)

Duidelijk gezegd beteekent dit: „U heeft bet stuk niet opgesteld". 4) Wij verzekeren nogmaals nadrukkelijk: Het werd door ons beiden geheel opgesteld en blijft uitsluitend voor onze verantwoording.

Düoi uw „onthullingen" wordt het hoe langer hoe moeilijker in kort bestek de zaak zuiver te stellen. Wat wij schreven: Onze predikant is niet de vroegere medewerker van de „N. R. Ct." „Van Geref. zijde" is een volle waarheid.

Waar U^ hooggeleerde heer, juist dezen anonymus „van Geref. zijde" in één adem noemde met „onze(n) Geref. medewerker vali dit blad, daar moest dit wel verwarring stichten, - een verwar-ring die door Uw laatste artikel zeer zeker nog grooter geworden is. 5)

Ons protest betrof het feit, dat een zakelijk dispuut vertroebeld werd door vele bijkomstigheden. Wat tenslotte betreft de handelwijze van hem o£ liaar, die Doëg-diensten 6) bewees, wij willen hierover zwijgen....

Alleen zij opgemerkt, dat deze persoon absoluut niets weet van de geboorte der circulaire. 7) Het was een zaak van ons beiden.

Tenslotte kunnen wij verzekeren, dat wij ook door het vervolg van deze discussie nog versterkt zijn in de meeniag, dat ieder, die ons Geref. beginsel van harte

liefheeft, moet ijveren voor een zakelijke, fioogstaande poJemiek. 8) Naast piëteit jegens onzen predikant drong deze gedachte ons tot het schrijven onzer circulaire. Niets meer of minder.

Met verschuldigde gevoelens, hoogachtend,

H. REDERT.

W. TROOST .Tacz.

Zuid-Beijerland, 11—1'2—'28.

1) Niet alleen onze, maar elke redaktie behoudt zich de vrijheid voor in deze naar haar inzicht te handelen.

2) Hierin ligt de erkenning, dat hun circulaire op dit punt onjuist was. Daarin toch werd alleen gezegd: „rukte de Amsterdamsche hoogleeraar er één zin uit ea publiceerde dien wel". Over de zakelijke weergave van den tweeden zin zwegen zij geheel. Waarom er nu niet rondborstig voor uit gekomen, dat hun circulaire in deze misleiden kon?

3) Het spijt ons wel voor de broeders, maar dit moeten wij betwisten.

4) Wij moeten de heeren het recht ontzeggen ons iets duidelijker te laten zeggen dan wij het zeil gezegd hebben. Dat is inderdaad niet objektief. Bovendien onwaar. Wij zijn alleen, aansprakelijk voor wat wij schreven, niet voor wat zij ervan gelieven te maken. Wij hopen, dat de broeders zullen inzien, dat de methode, welke zij hier toepassen, niet deugt.

5) Mogen wij de heeren verzoeken om ons artikel nog eens rustig te herlezen? Wij hebben niet beweerd, dat Dr v. d. V. rf. die , , beruchte" „Van Geref'. zijde" van vroeger was. Hiertegen rees ons bezwaar, dat zij door iets wat wij niet hadden beweerd tegen te spreken, 'den indruk vestigden alsof zij onze bewering tegenspraken. Men kan iets zeggen, wat op zichzelf , volkomen waar is en dat toch niet de heele, de volle waarheid is. Daaraan maakten . deze broeders zich schuldig. Zij verzwegen, dat Dr v. d. V. SL wel degelijk de anonyme Gereformeerde medewerker van de „N. R. Ct." is, die geschillen in ons kerkelijke leven voor een liberaal publiek uitstalt en daarin met wie hij het niet eens is, aanvalt en bestookt. Voorzichtigheidshalve vroegen we nog of hun dit misschien, niet bekend was. Sindsdien hebben we echtei-journalistieke zekerheid verkregen, dat zij ervan op de hoogte waren. Dit maakt de zaak te erger. Zulks moest, broeders, alzoo niet geschieden.

6) Ofschoon wij over den toon van hun schrijven niet te klagen hebben, eert deze kwalifikatie den inzenders niet.

7] Hierop gaan we uiteraard niet in.

8) Gaarne gttan wij hiermee akkoord. Zullen dan de broeders beginnen met zichzelf te herzien en voortaan niets meer verzwijgen, waardoor anderen op een dwaalspoor worden geleid en zich ook onOiouden van uitdrukkingen als „Doëgdiensten"?

Onze lezers kunnen nu zelf konstateeren, dat onze driestreep „Het masker af" op geen enkel punt weersproken, laat staan weerlegd is. Alsook, dat onze vraag „waar en wanneer hebben we het karakter van Dr v. d. V. S. aangetast? ", „waar en wanneer hebben wij in twijfel getrokken, dat Dr V. d. V. S. actief is, vol ijver en zijn taak in, de gemeente met eere vervult? " tea^ eenenmale onbeantwoord bleef. #: lii^^l? Öft^ilM

De discussie is thans gesloten.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Reformatie in de prediking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1928

De Reformatie | 8 Pagina's