GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Synode-indrukken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synode-indrukken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

Eenparig.

Met Donderdag 4 Maart was - een der gewichtigste data voor de Synode aangebroken.

De zitting zou openbaar zijn.

Talrijk was de opkomst.

Men zag onder de „gasten", gelijk de Praeses, Ds Fernhout, de tO'ehoorders gaarne noemt, predikanten uit verschillende deelen van het land.

De atmosfeer verraadde het: er ging iets belangrijks gebeuren.

Dr Dijk, een van de rapporteurs der Dogmatische Commissie, beklom den kansel en las met gevoel en klem het dogmatisch-exegetisch rapport voor met de daaraan verbonden konklusies.

Daarop kwam het ernstigste moment: de hoofdelijke stemming over de konklusies.

De uitslag was niet onzeker.

Hun, die het Comité-generaal hadden bijgewoond, was hij reeds volledig bekend.

En toch, als men officieel zijn stem in publieke zitting moet uitbrengen, is het nog iets anders, dan wanneer dit in beslofen vergadering geschiedt.

Men gevoelt, dat nu de eigenlijke beslissing valt. Een beslissing, welke tegenover onze kerken, tegenover ons nageslacht, tegenover den Koning der kerk moet worden verantwoord.

Men ziet als voor zijn oogen, welke gevolgen zijn stem kan hebben.

Zwaar, zeer zwaar drukt het verantwoordelijkheidsbesef.

Er hangt voor de toekomst zooveel van af. Het kan dan ook niet verwonderen, dat de meesten hun „vóór'' uitbrachten met gedempte stem.

Welk een verschil van intonatie tusschen het „vóór" bij deze stemming en het „ja" bij het appèl nominaal.

In sommi ger oog glinsterde een vochtig waas. Doch wanneer men er hart en verstand pp' koncentreert, dat het hier niet gaat vóór of tegen een persoon, maar vóór of tegen de vsraarheid Gods, kent men geen aarzeling.

Daarvan nu was de Synode ten diepste doordrongen.

Eerst deden de hoogleeraren als hun prae-advies het „vóór" hooren.

Daarna volgden de Synode-leden. ,

Die eenparigheid greep aan.

Natuurlijk was te voren over détails wel gediscussieerd.

Maar van principiëele verschillen was niets gebleken.

Over een kompromis, dat in deze zaak allerbedroevendst zou zijn geweest, behoefde niet te worden gedacht.

Er bestanden geen partijen.

Daarom hadden de discussies zulk een vredig en broederlijk verloop.

Geen oogenblik was er sprake Van heftige woordenwisseling.

Wat het „Handelsblad" loog, als zou er eerst een zoogenaamde „milde stemming" ten opzichte van Dr Geelkerken hebben geheerscht, maar als zou die later door dreigende woorden van de afgevaardigden van Nd.-Holland zijn omgeslagen, blijve voor rekening van het Pijpeiunarktsche blad, dat zich in de kwestie-Geelkerken al zoo menigmaal aan het negende gebod heeft bezondigd.

De afgevaardigden van Koord-Holland hadden in de Commissies geen zitting en mO'Chten niet het woord voeren, tenzij zij daartoe werden uitgenoodigd. In de besloten vergaderingen der Synode adden zij herreeht-v^an'spreÈèii wél, aocfi tnaïübtéii aarvan slechts een spaarzaam gebruik. Bij de temmingen over die konklusies, welke zaken betroffen, waarover zij vroeger reeds geoordeeld haden, moesten zij zich onthouden en mochten alleen erklaren, dat zij zich daarmee 'konformeerden. De roeders hebben zich heel bescheiden op den achtergrond gehouden.

Neen, de eenparigheid was het zuivere gevolg van de algemeene overtuiging, dat men in dit geding te doen had met een ernstige afwijking tan de Gereformeerde belijdenis.

Tegenover Dr Geelkerken bleef de stemming mild tot het einde toe.

Maar ten opzichte van de waarheid wilde men van geen toegeven weten.

Datzelfde werd den' volgenden dag ook gezien ten opzichte van het recht.

Bij de behandeling van het kerkrechtelijk rapport met de konklusies was de belangstelling van de „gasten" veel minder groot.

Zal ei wel een deel van het dogmatisch rapport over het hoofd van vele toehoorders zijn heengegaan — men kan het eerst goed in zich opnemen, v/anncer men het gedrukt onder de oogen krijgt"—, ' de kern ervan werd toch wel gevat.

Maar men zal wel vermoed hebben, dat de voorlezing van een kerkrechtelijk rapport nog minder, gemakkelijk zou zijn te volgen.

En daarom bleven velen, 'thuis.

Het zit' er bij ons volk zoo diep inl, dat de waarheid gaat bovenal.

Zelfs boven het recht.

Het heeft een instinctieven afkeer van het streven om afwijkingen van de belijdenis aan den kapstok van het formalisme op te hangen.

Vandaar, dat men blijkbaar — en niet ten'onrechte — de dogmatische konklusies als den hoofdschotel beschouwde.

Waaruit echter weer niet mag worden gekonkludeerd, dat de Synode over het kerkrechtelijke is heengegleden.

Dat toont het rapport wel anders. {

Het is nog uitvoeriger dan het dogmatische. Met mikroskopische nauwkearigheid werd alles nagepluisd.

Als wij straks onze Synode-indrukken gegeven hebben en aan de Synode-beschoiiwingen tosko-'men, hopen we veel ook uit het kerkrechtelijk rapport uitvoerig toe te lichten.

Dan — de stemming over dit rapport en zijn konklusies geschiedde weer met dezelfde eenparigheid. -

Is dit niet iets schoons?

Is dit niet iets om er het Hoofd der kerk vóór te danken?

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 maart 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Synode-indrukken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 maart 1926

De Reformatie | 8 Pagina's