Onze verhouding tot de Wet.
ZOIVDAfiSAFÖEELIlSS XLIVÖ. Indien wij zeggen, dat wij geene zonde hebben, zoo verleiden wij ons zelven, en de waarheid is in ons niet. I Joh. I : 8. Thans zijn we genaderd tot het vraagstuk van het Petfectionisvie, dat onze Catechismus onverwijld op het tiend ...
Het gebruik van de Wet.
Opdat in ons land eere wone. . Psalm 85 : lob. ZONDAGSAFDEELING XXCb. IV, Na in ons vorig artikel het Antinoniiafiisme te hebben afgeweerd, dat alle gebiuik van de Wet wil afschaffen, komen we thans terug op de vraag, waarin h ...
Onze verhouding tot de Wet.
ZOIVDAGSAFDEELIiVG XLlVè.Vervuld met vruchten der gerechtigheid, die door Jezus Christus zijn tot heerlijkheid en prijs van God. Filipp. I: II. II. Onze kerken spreken in Vraag 114 van , ^de allerheiligsten". Dat door deze uitdrukking tusschen »géloovi ...
Het gebruik van de Wet.
Ta, ik kende de zonde niet dan door de wet; want ook had ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indiende wet niet zeidet Gij zult niet begeeren. Rom. 7:7b. III. lil den Ileidelbarger Catechismus .staat het Gebod tusschen he ...
Het derde Gebod
Ceeft den KBER" Jo cere zijüs naams, brengt offer, en komt in zijne voorhoven. Ps. 96:8. I. ZONDAGSFDEELING XVXVI. Ook bij het derde Gebod beginnen we met de woorden van het gebod toe te lichten. Ze lu ...
De sterven is mij gewin."
Want het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin. Fil. i:21. De kunst der godsvrucht, waarin Paulus uitblonk, bestond volstrekt niet hierin, dat-hij nooit om zichzelven en altoos aan anderen dacht.Eer integendeel is Paulus telkens en gedurig ook m ...
„Een kwaad dat krankheid aanbrengt.”
Want wie weetl wat goed is voor den mensch in dit leven, gedurende het getal der dagen van het leven zijner ijdelheid, welke hij doorbrengt als eene schaduw? Want wie kan den mensch aanzeggen wat na hem wezen zal onder de zon? Pred. 6:12. In het Paradijs, dat stemt ...
„De gemeenschap des Heiligen Grestes zij mel u allen.”
De genade van den Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen. 2 Cor. 13 : 13. Nog telken jare keert in Gods gunste de herdenking van het Pinksterfeit terug, en al schriller wordt de ontzettende tegenstelling t ...
„Laat de overdenkingen mijns harten welbehaaglijk zijn voor uw aangezicht.”
Laat de redenen mijns monds en de overdenking mijns harten welbehaaglijk zijn voor uw aangezicht, o Heere, mijn Rotssteen entmijn Verlosser! Psalm 19 : 15. -t Het besef van schuld voor God doorloop vier stadiën, al naar gelang het nog maar alleen loopt over onze da ...
Het derde Gebod
ZONDAGSAFDEELING XXXVI. Ik heb uwen naam geopen; baard den menschen, die Gij mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren uwe, en Gij hebt mij dezelve gegeven; en zij hebben uw woord bewaard. Joh. 17:6. III. ...