Van het Gebed.
ZONDAGSAFDËELING XLVI. Ben Ik een God van nabij, spreekt de Heere, en niet een God-van verre? Zou zich iemand in verborgene plaatsen kunnen verbergen, dat Ik hem niet zou zien ? spreekt de Heere; vervul Ik niet den hemel en de aarde? spreekt de ...
„Getrokken met goedertierenheid.”
De Heere is mij verschenen van verre tijden. Ja, Ik heb u liefgehad met eene eeuwige liefde, daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid. Jeremia 31:3. Ons bestaan voor den Heere, onzen [God, is en blijft toch altoos de hoofdzaak.Alle aardsche betrekkinge ...
De eerste Bede.
ZONDAGSAFDEELING XIVII. De Keere heeft gegeven, en de Heere heeft genomen; de Na.im des Heeren zij geloofd ! Job I : 2\l. I Thans, nu we aan de beden zelve van het Onze Vader zij a toegekomen, worde er ...
„Liggende in de kribbe.”
En dit zal u het tceken zijn, gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe. Luk. 3:12. Indien menschelijke dichting onze Kerstverhalen had willen verzinnen, zou de hoogste kunst ons geen schooner, sprekender tafereelen hebben kunnen teek ...
„Een hoorn der zaligheid”
[KERSTFBBST 1893.] En heeft eenen hoorn der zaligheid ons opgericht, in het huis van David, zijnen knecht. Luk. 1 : 69. „God, zoo jubelde eens de koninklijke hjrpenaar, nadat de strikken des doods van hem waren genomen — God is mijn ...
Dan de Engelen.
XXII. Want waarlijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Jïij neemt het zaad Abrahams aan. Hebr. 2 : i6. De vraag die thans aan de orde komt is, of er al dan niet zekere betrekking tusschen de engelen en den Christus bestaat, en indi ...
Het gebruik van de Wet.
ZOIOAGSAFÖBELIKS XLIV6. Er is in de liefde geene vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees buiten; want de vrees heeft pijn, en die vreest is niet volmaakt in de liefde. I Joh. 4 : i8. V. {Slot.) Als de liefde komt, wijkt ...
„De eeders die Hij geplant heeft."
De booiiien des Heerea worden verzadigd, de cederboomen van Libanon, die Hij geplant heeft. Psalm 104:16. Nog siijii er breede streken op onze aarde, waar niemand woont, en waar elk spoor van menschelijke werkzaunheid nog geheel ontbreekt. Denk slechts aan Stanley, ...
„Maar ik was steeds in het gebed."
Voor mijne lietde, staan zij mij tegen; maar ik was steeds in het gebed. Ps. 109:4 David heeft ook vloekpsalmen als uit zijn toornend gemoed uitgescheurd. Vreeslijke psalmen, die wij nauwüjks lezen, laat staan zingen kunnen, zonder dat een huivering over onze ziel ...
„Want de goedertierenheid des Heeren is in der eeuwigheid.”
Looft den Heere want Hij is goed: zijn goedertierenheid duurt ia eeuwigheid. Psalm 136 : i.Hij leest niet licht, hij zingt niet gemakkelijk, die Psalm met het referein die als de 136ste in onzen bundel staat.Hij maakt allicht dan indruk van langdradig, hij geeft ongemerkt een gevoel ...