„Hoe lieflijk is het, als broeders ook samenwonen”.
Een lied Hammaa.loth, van David. Zie, hoe goed en hoe lieflijk is het, dat broeders ook samenwonen. Psalm 133 : i. De hoogepriester werd gezalfd op het hoofd, maar de genr van zijn zalfolie was zóó doordringend, dat nog aan den benedenzoom van zijn boogeptiestetlij ...
„Door alle boegselen der toebrenging”.
Uit welken het geheele lichaam bekwamelijk samengevoegd en samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk deel in zijne mate, den wasdom des lichaams bekomt, tot zijns zelfs opbouwing in de liefde. Epheze 4 : i6. De ...
Van de Voleinding.
LXXI. DSROE REEKS. vm. En gelijk het den menschen gezet is eenmaal te sterven, en daarna het oordeel. Hebreen 9 : 27. Op hetgeen de apoStel Paulus, uiteraard ook met oog ...
„Maar hem zagen zij niet”.
[PASCHEN.] En sommigen dergenen die met ons zijn, gingen lienen tot het graf, en bevonden het alzoo, gelijk ooic de vrouwen gezegd hadden; maar hem zagen ze niet. Luc. 24 : 34. Het geloof van Thomas heeft, al stond het niet hoog, toc ...
Zamen als in barensnood”.
[KERSTFEEST 5 9 13]. Want wij weten, dat het gansche schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe. Rom. 8 : 22. Aangrijpend is de bittere tegenstelling tusschen 't zalig Ker.stfeest, dat weer ingaa't, en de on ...
„Alwaar zij hem kruisigden”.
Alwaar zij hem kruisigden, en met hem twee anderen, aan elke zijde éénen. en Jezus in het midden. Joh. 19 ; 18. Hoe aangrijpend ook het lijden van den Christus, dat aan de kruisiging op Golgotha voorafging, moge geweest zijn, toch blijft die kruisiging zelve in het ...
Van de Voleinding.
CCVI. ZESDE REEKS. XXIX. Maak u op, word verlicht, want uw licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. , Jes. 60 : 1. Neemt men nu beide aan, in de eerste ...
„Nu door een spiegel”.
[P A S C H A 19 16]. Want wij zien nu door eenen spiegel in eene duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten deele, maar alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben. 1 Cor. 13 : 12. Al is 't ...
„Mij dorst”.
[GOEDE VRIJDAG 1916]. Hierna Jezus, wetende dat nu alles volbracht was, opdat de Schrift zoude vervuld worden, zei de: ij dorst. Johannes 19 : 28.Het vat vol edik was niet opzettelijk voor Jezus, en voor hem alleen, naar Golgotha meegenomen. ITet hangen aan ...
„Deze allen waren eendrachtelijk bijeen”
Deze jdlen waren eendrachtclijk volhardende in het bidden en smeeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, en met iijne broederen. Handelingen 1 : 14. Toen Jezus opvopr, werden van de discipelen twee engelen in mannengedaante gezien. Er staat toch »twee m ...