„Geen God meer behalve Mij!”
Verkondigt en treedt hier toe, ja beraadslaagt samen. Wie heeft dat laten hooren van ouds her? Wie heeft dat van toen af verkondigd? Ben ik het niet, de Heere ? En zoo is er geen God meer behalve Mij, een rechtvaardig God, en een Heiland, niemand is er dan Ik. Jesaia XLV:21. ...
De Generale Synode der
Amsterdam, 13 Nov. 1914.De Generale Synode der Gereformeerde Kerken slaagde uitnemend.Voorzitter en moderamen hielden er den juisten tact en toon in. Er is over bijkomstige aangelegenheden niet te veel getreuzeld noch gebeuzeld. De indruk der bange tijden werkte zoo overweldigend, d ...
„In Hem al de bolheid.”
Want bet is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zoude. CoUoss. I : 19. De Apostolische uitspraak is zoo plechtig ea aangrijpend. Het trekt zich in de gisting van het leven der volken ten slotte alles om den Zoon des Vaders salm. De Verloss ...
„De geest is wel gewillig maar het vleesch is zwak.”
Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vleesch is zwak. Markus XIV: 38 Het waren diep aangrijpende oogenblikken, die de Discipelen, onderwijl Jezus in Gethsémané streed, terzijde in liün geestesverblinding doorworstelde ...
Uit de Pers.
In de Geldersche Kerkbode bood de redactie ons op 26 December dit goede stuk, van Ds. C. L. F. van Schelven.Moge het ook onder onze lezers ingang vinden. Het was van dezen inhoud: 't Klonk ernstig, 't woord in de ofljcieele stukken en van de tafel onzer regeering, dat ons Vaderland nog in ...
„En de liefde niet had”
En al warehet, dat ikalmijne goederen lot onderhoud der armen uitdeelde; en al warehet, dat ik mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand zoude worden, en had de liefde niet, zoo zoude het mij geene nuttigheid geven. I Cor. XIII: 3. Het liefdelied in I Cor. XIII blijf ...
„Jaagt de liefde na.”
Jaagt de liefde na; en ijvert om de geestelijke gaven, maar meest, dat gij moogt profeteeren. I Cor. XIV: 1. Bij eerste lezing doet het u raadselachtig aan, dat de apostel Paulus, ca in I Cor. XllI hei eenig schoone en wegsleepende triomflied der van God in ons ind ...
„Leid mij!”
Van het einde des lands roep ik tot U, als mijn hart overstelpt is; leidt mij op eenen rotssteen, die mij te hoog zoude zijn. Psalm LXI:3. Wat den Psalmist op zoo roerende wijze in Psalm 61 aangrijpt, is vieeie voor eigen vroomheid. Ia onze b=rijming grijpt 't ons ...
„Hoort niet naar hen”.
Hoort niet naar hen, maar dient den koning van Babel, zoo zult gijlieden leven. Waarom zoude deze stad tot eene woestheid worden ? Jeremia XXVII : 17. In hachelijke en moeilijke omstandigheden komt ons gemeenlijk raad van allen kant toe. Onder die raadgevers nu zij ...
„De heilige weg”.
En aldaar zal eene verhevene baan, en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden. De onreine zal er niet doorgaan, maar h^ zal voor deze zijn; die dezen weg wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen. Jesaja 35 : 8. Verstaat ge het, dat de weg dien ge g ...