
„Wandelen in de ruimte”.
En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik uwe bevelen gezocht heb. Psalm 119 : 45. De karakters verschillen, maar toch is er bijna niemand, die zijn eerste jeugd achter zich heeft, en niet uit eigen ervaring weet, wat 't is, 't «benauwd te hebben«, o, zoo benauwd, ...

„Die in de graben zijn”.
Verwondert u daar niet over; want de ure komt, in welke allen, . die in de graven zijn, zijne stemme zullen hooren. Johannes 5 : 28. , De verrijzenis van onzen Koning is een op nieuw bezield worden van zijn op Golgotha ontzield lichaam. Die verrijzenis heeft niets uitstaande met Jezus ziel ...

„Zij verdraagt alle dingen.”
Zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. 1 Cor. XIII: 7. Wat de Apostel Paulus in zijn zoo edele hoofdstuk van 1 Cor. XIII uiteenzet, om het mysterie der Liefde te verheerlijken, is zoo geheimzinnig opgezet ...

„Zijne goedertierenheid is in der eeuwigheid".
[NIEUWJAAR]. Looft den HEERE, want Hij is goed; want zijne goedertierenheid is in der eeuwigheid. Psalm 136 : 1. Bezielend schoon blijft nog steeds in Ufule Tom de teekening van de in den slavenoorlog, eindelijk vrijgekomene slavin, ...

„De ziel uwer tortelduit”.
Geef aan het wild gedierte de ziel uwer tortelduive niet over; vergeet den hoop uwer ellendigen niet in eeuwigheid. Psalm 74 : 19. Ge kent berijmd de zielskreet van Gods volk, als 't gevaar dreigt: »Geef 't wild gediert', dat niets in 't woên ontziet, De zie ...

„naar de Schriften”.
Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven, hetgene ik ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften. 1 Cor. XV: 3. Onder de Apostelen was alleen Paulus een in de gewetenschap opgevoede deskundige. Visschers mochten, gelijk Petrus en ...

„ook schreeuwt elk beest des belds tot u."
Ook schreeuwt elk beest des velds tot U; want de waterstroomen zijn uitgedroogd, en een vuur heeft de weiden der woestijn verteerd. Joel 1 : 20. Van twee kanten tegelijk dringt ook nu weer het gerucht van het lijden der dieren tot ons door, 't gerucht van een lijde ...

„Zij steekt hare handen uit tot den nooddruftige.”
Zij breidt hare Handpalm uit tot den ellendige, en zij steekt hare handen uit tot den nooddruftige. Spreuken XXXI: 20. Vooral in de pijnlijke dagen, die, met heel Europa, ook ons land doorworstelt, heeft de lofzang op »de deugdzame huisvrouw*, die de Spreukendichte ...

„Het bolk hetwelk ’t geklank kent.”
Welgelukzalig is het volk, hetwelk het geklank kent. O HEERE, zij zullen in het licht uws aanschijns wandelen. Psalm 89 : 16. Onder 't zingen van: „Hoe zalig is het volk dat naar uw klanken hoort!" leeft de ziel die God kent, als met heiligen sprong op. Het wil nie ...

„De Heere ziet het niet”.
En zeggen: De Heere ziet het niet, en de God Jakobs merkt het niet. Pi. 94 : 7. Ons diep religieus verval treedt in, zoo 't oogenblik nadert dat We met God niet meer rekenen, en dit verval verergert nog, zoo we stoutweg durven uitspreken, dat God zich niet meer met ...