Van de Voleinding
CCLVI. ACHTSTE REEKS. I. Die deze dingen getuigt, zegt: a, ik kom haastelijk. Amen, ja kom, Heere Jezus! Openb. 22 : 20.Op het gebied der Heilige Schriftuur is de uitlegging van de Voleinding ni ...
Van de Kerk.
XLII. En welke de uitnemende grootheid zijner kracht zij aan ons die gelooven, naar de werking der sterkte zijner macht. Efeze 1:19. Het kan niet bevreemden, dat er steeds zekere onzekerheid heerschen bleef over de vraag, of het Moha ...
Van de Kerk.
LXII. Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid, Amen. Rom. XI:36. Niet minder opmerkelijk is het optreden onder onze predikanten geweest van den Schotschen geleerde Alexander C ...
Van de Voleinding
CXVI. VIERDE REEKS. XVII. Zoo waren alle de dagen van Methusalah negen honderd en negen en zestig jaar; en hij stierf. Gen. 5 : 27. Een niet minder krachtigen indruk van ...
Van de Kerk
LVIII. Voorwaar, voorwan; ik zegu, al wat gij den Vader zult bidden in mijnen naam, dat zal Hij u geven. Johannes XVI:23. Nu zult ge uiterst voorzichtig zijn in het aanstonds toepassen van hetgeen in het Oosten van Europa voorvalt, o ...
Dan de Voleinding.
CCLXVI. ACHTSTE REEKS. XI. En ik zag de zeven engelen, die voor God stonden; en h^n werden zeven bazuinen gegeven. Openb. 8 : 2. Zonder voorshands dieper op het mysterie ...
Dan de Voleinding.
CCLXVII. ACHTSTE REEKS. XII. En hij zeide tot mij: ij moet wederom profeteeren voor vele volken, en natiën, en talen, en koningen. Openb. 10 : 11.Gelijk we reeds opmerkten, is ook wat bij de twe ...
Van de Voleinding.
CCLX. ACHTSTE REEKS. V. Na dez«n zag ik, en zie, eene deur was geopend in den hemel; en de eerste stemme, die ik gehoord had, als van eene bazuin met mij sprekende, zeide : Kom hier ...
Van de Voleinding.
CCLXIX. ACHTSTE REEKS. XIV. Het eene wee is weggegaan; zie er komen nog twee weeën na dezen. Openb. IX : 12. In Openb. IX:12 wordt ons gezegd, dat van de drie weeën, die ...
Van de Kerk.
LXI. Ik loop dan alzoo, niet als op het onzekere; ik kamp alzoo, niet als de lucht slaande. I Cor. IX: 26. De moeilijkheid, waarop inen van Kerkelijke zijde thans steeds meer stuit, om het kenmerk, dat men voor de zuiverheid van het ...