Van de Kerk.
IV. En heeft uit eenen' bloede het gansche geslacht der menschen gemaakt, om op den geheelen aardbodemi te wonen, bescheiden hebbende de tijden tevoren geordineerd, en de bepalingen van hunne woning. Hand. XVII:26. De !^erk is niet e ...
Van de Voleinding.
LIV. TWEEDE REEKS. XVI. Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel. Matth. 4 : I. In dit licht bezien, verkrijgt de ver ...
„Zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest.”
[PINKSTEREN 1920.] En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en begonnen te spreken met andere talen, zooals de Geest hun gaf uit te spreken. Hand. II: 4 De bezielde bijeenkomst van de Apostelen, met de geloovige broederen ...
Van de Voleinding.
CCLXXX. ACHTSTE REEKS. XXV. En de menschen werden verhit met groote hitte, en lasterden den naam Gods, die macht heeft over deze plagen; en zij bekeerden zich niet, om Hem heerlijkh ...
Van de Voleinding.
CCLXXXII. ACHTSTE REEKS. XXVII. Daarom "zunën Bare plagen op éénen dag komen, namelgk dood, en rouwe, en honger, en zq zal met vuur'verbrand worden; want sterk is de Heere God, die haar oordeelt Openba ...
Van de Voleinding.
CLXVII. VIJFDE REEKS. XXIX. Daarom, al wat zij u zeggen, dat gij houden zult, houdt dat en doet het; maar doet niet naar hunne werken; want zij zeggen het en doen het niet. Matth. X ...
Van de Voleinding.
CCXCL ACHTSTE REEKS. XXXVI. En de overigen werden gedood met het zwaard desgenen die op het paard zat, hetwelk uit zijnen mond ging; en alle de vogelen des hemels werden verzadigd v ...
„Onderwijs alle volkeren, ze doopende.”
[PINKSTEREN 1919.] Gaat dan henen, onderwijst alle de volkeren, hen doopende in den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes, leerende hen onderhouden alles wat ik u geboden heb. Matth. XXVIII: 19. Wat in Lukas' mededee ...
„En werden twijfelmoedig”.
(VOOR DE PINKSTERWEEK.) En zij ontzetten zich allen, en werden twij felmoedig, zeggende de een tegen den ander: Wat wil toch dit zijn ? Hand. Il : 12. De gewaarwordingen, die bij het naderen van 't heilig Pinksteren in de mannen der ...
„Was ons hart niet brandende in ons”.
[PAASCHFEEST 1920] En zij zeiden tot malkanderen: as ons hart niet brandende in ons, als hij tot ons sprak op den weg, en als hij ons' de Schriften opende? Lukas XXIV : 32.De gewaarwording, die ons, belijders van denChristus.opdenPaaschmorgenaangrijpt, versc ...