Van de Kerk.
XXXIII. En dat deze ook eerst beproefd worden, en dat zij daarna dienen, zoo zij onbes rafielijk zijn. 1 Tim. 111:10 Een kort overzicht van de Kerkelijke toestanden en verhoudingen in Duitschland en met name in Pruisen zou op zichzel ...
Van de Kerk.
XXXVIII. Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid, Amen. Rom. XI : 36. Het Kerkelijk leven in Schotland vraagt om een afzonderlijk, zij 't ook kort overzicht, 't Is hier vooral ...
„In de menschen een welbehagen.”
[KERSTFEEST 1919.] Eere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de menschen een welbehagen. Lukas II: 14. Eerst in de Engelenwereld was de zelfzucht ingedrongen, en een deel van het Engelencorps viel in zonde af. De Kers ...
„Ten dage als ik zal vreezen, zal ik op U vertrouwen.”
[OUDEJAARSAVOND 1919.] Ten dage als ik zal vreezen, zal ik op U vertrouwen. Psalm LVI: 4. Toen in de laatste dagen van het vorig jaar ieder onzer zich in de toekomst indacht, leefde de hope in ons op, dat het bange lijden zijn einde ...
Van de Kerk.
XXXIX. Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben. I Tim. 1:15. Met de algeheele wijziging, die het Kerkelijk leven, ...
„In Hem al de bolheid.”
Want bet is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zoude. CoUoss. I : 19. De Apostolische uitspraak is zoo plechtig ea aangrijpend. Het trekt zich in de gisting van het leven der volken ten slotte alles om den Zoon des Vaders salm. De Verloss ...
Van de Kerk.
Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zu'len afvallen van het geloof, zich begevende tot \erleidende gees en en leeringen', der duivelen. 2 Tim, IV:1, De gang, dien de ontwikkeling van het leven der Kerk, in haar verband met het Staats-en volksle\ren, dusver genom ...
Van de Kerk.
XLII. En welke de uitnemende grootheid zijner kracht zij aan ons die gelooven, naar de werking der sterkte zijner macht. Efeze 1:19. Het kan niet bevreemden, dat er steeds zekere onzekerheid heerschen bleef over de vraag, of het Moha ...
„In een eerbaar gewaad”.
Desgelijks ook, dat de vrouwen, in een eerbaar gewaad, met schaamte en matigheid zich zelve versieren, niet in vlechtingen des haars, of goud, of paarlen, of kostelijke kleeding. 1 Tim. 11 : 9. We hadden niet licht kunnen denken, dat we weder zoo snel ia het gevaar ...
„Geen God meer behalve Mij!”
Verkondigt en treedt hier toe, ja beraadslaagt samen. Wie heeft dat laten hooren van ouds her? Wie heeft dat van toen af verkondigd? Ben ik het niet, de Heere ? En zoo is er geen God meer behalve Mij, een rechtvaardig God, en een Heiland, niemand is er dan Ik. Jesaia XLV:21. ...