„Volg het swade nite na”.
Geliefden, volg het kwade niet na, maar het goede. Die goed doet, is uit God; maar die kwaad doet, heeft God niet gezien. 3 Johannes : 11. Van nature is het ons eigen, met anderen mee te doen en anderen na te doen. Die zucht is ons ingeschapen. Die neiging ligt in ...
„De ziel uwer tortelduit”.
Geef aan het wild gedierte de ziel uwer tortelduive niet over; vergeet den hoop uwer ellendigen niet in eeuwigheid. Psalm 74 : 19. Ge kent berijmd de zielskreet van Gods volk, als 't gevaar dreigt: »Geef 't wild gediert', dat niets in 't woên ontziet, De zie ...
Van de Voleinding.
CXVII. VIERDE REEKS. XVIII. En de rijke stierf ook, en werd begfraven. En als hij in de hel zijne oogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijnen sc ...
„En zoo niet”.
Maar zoo niet, u zij bekend, o koning, dat wij ü^(^e goden niet zullen eeren, noch het gouden beeld, dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden. Daniël 3 : 18. »En zoo niet« is krachttaai.De geweldenaar mint ze. De bandiet zet den reiziger, dien hij ontmoet, h ...
Van de Voleinding
CXVI. VIERDE REEKS. XVII. Zoo waren alle de dagen van Methusalah negen honderd en negen en zestig jaar; en hij stierf. Gen. 5 : 27. Een niet minder krachtigen indruk van ...
„Die de obertreding toedekt”.
Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt den voornaamsten vriend. Spreuken 17 : 9. Ge wandelt over iemands landgoed, en volgt den weg, die door den eigenaar daarvoor is aangelegd. Maar op zeker punt gekomen, ziet ge dwars ov ...
Van de Voleinding.
CXV. VIERDE REEKS. XVI. Uie zullen vergaan, maar Gij zult staande blijven, en zij alle zullen als een kleed verouden. Gij zult ze veranderen als een gewaad, en zij zullen veranderd ...
„Siddieren, een ieder door zijn ziele”.
En Ik zal nlaken, dat zich vele volken over u ontzetten, en hunne koningen zullen de haren over u te berge staan, als Ik mijn zwaard zalzwaaien voor hunne aangezichten; én zij zullen elk oogenblik sidderen; een ieder voor zijn ziele ten dage uws vals. Ezechiel 32 : 10.Het sidderen overkomt ...
Van de Voleinding.
CXXIII. VIERDE REEKS. XXIV. Doch Ik zal ze van het geweld der helle verlossen, Ik zal ze V) ij maken van den dood. O dood, waar zijn uwe pestilentiën? Helle, waar is uw verderf? Ber ...
„Heere, Gij hebt mij oberreed”.
HEERE, Gij hebt mij overreed, en ik ben overreed geworden; Gij zijt mij te sterk geweest, en hebt overmocht. Ik ben den ganschen dag tot een belachen, een ieder van hen bespot mij. ]tr. 20: 7. In maar al te breeden kring leeft wel een vroom besef, dat we van God de ...