„Een priesterlijk koninkrijk.”
En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israels spreken zult. Exodus XIX : 6. In geheel de wereld der Heidenen stond van oudsher het Priesterschap en de Koninklijke waardigheid gescheiden en ...
„Toen begon men den naam des Heeren aan te roepen”.
En Methüsalah leefde, nada hij Lémech gewonnen had, zeven honderd en twee en tachtig jaar En hij gewon zonen en dochteren Genesis IV:26. Toen Abel wegviel, en KaÏQ met zijn nasleep afviel, schonk God de Heere aan Adam een nieuwen nakomeling in Seth, en met Seth beg ...
„Een bevend hart en mattigheid der ziel.”
Daartoe zult gij onder deze volken niet stille zijn, en uwe voetzool zal geen rust hebben; want de Heere zal u aldaar een bevend hart geven, en be zwijking der oogen, en mattigheid der ziele. Deut. XXVIII : 65.Reeds ia Mozes' dagen heeft het volk des Heeren bange dagen gekend, die thans so ...
„Gemeenzaam”.
Dat zij weldadig zijn, rijk worden in goede werken, gaarne mededeelende zijn, en gemeenzaam. 1 Tim. 6 : 18. Het gewone leven scheidt^ leed in 't leven vereenigt. 'Het leed doet dan 't zelfde wat hooggestemde vreugd pleegt te doen. Beiden nemen voor een oogen ...
De Generale Synode der
Amsterdam, 13 Nov. 1914.De Generale Synode der Gereformeerde Kerken slaagde uitnemend.Voorzitter en moderamen hielden er den juisten tact en toon in. Er is over bijkomstige aangelegenheden niet te veel getreuzeld noch gebeuzeld. De indruk der bange tijden werkte zoo overweldigend, d ...
„Dat zij juichen op hun legers”.
Dat zijne gunstgenooten van vreugde opspringen om die eere; dat zij juichen op hunne legers. Psahn 149 : 5. Wie jong, en gezond van lijf en leden is, en moede door den arbeid, slaapt in zoodra hij zich ter ruste heeft begeven, om eerst met het morgenlicht uit zijn ...
„Dat Ik een honger in het land zal zenden”.
Zie, de dagen komen, spreekt de Heere HEERE, dat Ik eenen honger jn het land zal zenden; niet eenen honger naar brood, noch dorst naar water, maar om te hooren de woorden des HEEREN. Amos 8 : 11. Reeds als ge met den psalm van 't > hijgend hert« zeggen kunt, dat ...
„Wat buigt ge u neder, o, mijne ziele”.
^-ii-um i-ï^ilVs£i^.; 'lÊ' Wat buigt gij u nèdèr, a mijne ziele, en zijt onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven voor de verlossingen zijn^ aangezichts. J; |^i is. Psalm 42 : 6."be ééne maal hooren we van den Psalmist de angstige uiting: »Mijn ziel is zeer t/^nrAr? /4< . ...
„Ook is, en mijns Vaders huis”.
Laat toch uw oor opmerkende, en uwe oogen open zijn, om te hooren^ n^ar JUetciig^ed; .iiws krieclits, dat ik heden voor uw aangezichte bidde, dag en nacht, voor de kinderen Israels, uwe. knechten; en ik doe.belijdenisse over de zonden der'kinderen Israels, die wij tegen U gezo ...
„Zalig zijn de barmhartigen”.
Zalig zijn de barrahartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden. Matth. 5 : 7. Bij een ernstige operatie kan tweeërlei schitteren, eenerzij ds de hooge kunst waarmee de chirurg het mes hanteert, maar ook anderzijds' de heerlijke kunst der Uefde, die uit de barm ...