„Spreek en zwijg niet”.
En de Heere zeide tot Paulus door een gezicht in den nacht: Wees niet bevreesd, maar spreek en zwijg niet. Hand. 18 : 9. De zwtj^er staat tegenover den prater.Van den éénen kant de degelijke man van ernst, die bij veel dat hem ergert, er liever het zwijgen t ...
Van de Voleinding
CXVIII. VIERDE REEKS. XIX. Een natuurlijk lichaam wordt er gezaaid, een geestelijk lichaam wordt er opgewekt. Er is een natuurlijk lichaam, en er is een geestelijk lichaam. I Corint ...
Van de Voleinding
CXIX. VIERDE REEKS. XX. Want Gij zult mijne ziele in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten, dat uw Heilige de verderving zie. Psalm 16 : 10. Doch al richt zich he ...
Van de Voleinding
CXIV. VIERDE REEKS. XV. De goddeloozen worden omgekeerd, dat zij niet meer zijn; maar het huis der rechtvaardigen zal bestaan. Spreuken 12 : 7. Is 't ons nu in het voora ...
„Volg het swade nite na”.
Geliefden, volg het kwade niet na, maar het goede. Die goed doet, is uit God; maar die kwaad doet, heeft God niet gezien. 3 Johannes : 11. Van nature is het ons eigen, met anderen mee te doen en anderen na te doen. Die zucht is ons ingeschapen. Die neiging ligt in ...
„De ziel uwer tortelduit”.
Geef aan het wild gedierte de ziel uwer tortelduive niet over; vergeet den hoop uwer ellendigen niet in eeuwigheid. Psalm 74 : 19. Ge kent berijmd de zielskreet van Gods volk, als 't gevaar dreigt: »Geef 't wild gediert', dat niets in 't woên ontziet, De zie ...
Van de Voleinding.
CXVII. VIERDE REEKS. XVIII. En de rijke stierf ook, en werd begfraven. En als hij in de hel zijne oogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijnen sc ...
„En zoo niet”.
Maar zoo niet, u zij bekend, o koning, dat wij ü^(^e goden niet zullen eeren, noch het gouden beeld, dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden. Daniël 3 : 18. »En zoo niet« is krachttaai.De geweldenaar mint ze. De bandiet zet den reiziger, dien hij ontmoet, h ...
Van de Voleinding
CXVI. VIERDE REEKS. XVII. Zoo waren alle de dagen van Methusalah negen honderd en negen en zestig jaar; en hij stierf. Gen. 5 : 27. Een niet minder krachtigen indruk van ...
„Die de obertreding toedekt”.
Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt den voornaamsten vriend. Spreuken 17 : 9. Ge wandelt over iemands landgoed, en volgt den weg, die door den eigenaar daarvoor is aangelegd. Maar op zeker punt gekomen, ziet ge dwars ov ...