„De Heere uw God strijdt voor ulieden”.
Vreest ze niet, want de Heere uw God strijdt voor ulieden. Deuteronomium III : 22Gedurig nog vindt de onjuiste voorstelling ingang, alsof bij strijd en worsteling wij zelve het zijn, die door onze krachtsinspanning het geding waarom 't gaat, tot beslissing brengen, en dat onze God, dien we ...
Van de Voleinding.
CCLXIX. ACHTSTE REEKS. XIV. Het eene wee is weggegaan; zie er komen nog twee weeën na dezen. Openb. IX : 12. In Openb. IX:12 wordt ons gezegd, dat van de drie weeën, die ...
Van de Voleinding.
CCLXXII. ACHTSTE REEKS. XVII. En ik zag, en zie, het lam stond op den berg Sion, en met hem honderd vier en veertig duizend, hebbende den naam zijns Vaders geschreven aan hunne voor ...
Van de Voleinding.
CCLXXIII. ACHTSTE REEKS. xvIII. Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus, Openb. XrV : 12. Eer we er than ...
Van de Voleinding.
CCLXXIV. ACHTSTE REEKS. XIX. En de rook van hunne pijniging gaat öp in alle eeuwigheid, en zg hebben geene rust dag en nacht, die het Beest aanbidden en zgn beeld, en zoo iemand het ...
Van de Voleinding.
CCLXXV. ACHTSTE REEKS. XX. En de wgnpersbak werd buiten de stad getreden, en er is bloed uit den wijnpersbak gekomen, tot aan de toornen der paarden, duizend zes honderd stadiën ver ...
Van de Voleinding.
CCLXXVI. ACHTSTE REEKS. XXL En de wijpersbakwerd buiten de stad getreden, en er is bloed uit den wijnpersbak gekomen, tot aan de toomen der paarden, duizend zes honderd stadiën ver. Openbaringen XIV : ...
Van de Voleinding.
CCLXXVII. ACHTSTE REEKS. XXII. En zij zongen het gezang van Mozes, den dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende : Groot en wonderlijk zijn " uwe werken, Heere, Gij almach ...
Van de Voleinding.
CCLXXIX. ACHTSTE REEKS. XXIV. En ik hoorde eene groote stemme uit den tempel, zeggende tot de zeven engelen: Gaat henen, en giet de zeven phiolen van den toorn Gods uit op de aarde. ...
Van de Voleinding.
CCLXXX. ACHTSTE REEKS. XXV. En de menschen werden verhit met groote hitte, en lasterden den naam Gods, die macht heeft over deze plagen; en zij bekeerden zich niet, om Hem heerlijkh ...