Van de Voleinding.
CCXXIV. ZESDE REEKS. XLVII. De koning antwoordde Daniel en zeide: et is de waarheid, dat ulieder God een God der goden is, en een Heere der koningen, en die deverborgenheden openbaart, dewijl gij deze ...
Van de Voleinding.
CCXXVI. ZESDE REEKS. XLIX. Daarom wordt van mij een bevel gegeven-, dat alle volk natie en tohg, die lastering spreekt tegen den God van Sadrach, Mesach en Abed-Nego, in stukken geh ...
Van de Voleinding.
CCXXVII. ZESDE REEKS. L. Zijn hart worde veranderd, dat het geens menschen hart meer zij, , en hem worde eens beesten hart gegeven, en laat zeven tijilen over hem voorbijgaan. Daniel 4 : If? . - ...
Van de Voleinding.
CCXXVIII. ZESDE REEKS. LI. Dit nu is het schrift, dat er geteekend is: ENÈ, MENÈ, TEKÈL, UPHARSIN. . Daniel 5 : 25.Nog op, ééne bedenking in zake het beeld dat Nebucadnezar ter eere van zichzelf ...
Van de Voleinding.
CCXXIX. ZESDE REEKS. LIL " •' Van mij is een bevel gegeven, dat men in de gansche heerschappij mijns koninkrijks beve en siddere voor het aangezichte van den God Daniels; want Hij i ...
Van de Voleinding.
ccxxx. ZKSTJE REEKS. LIII. Tot hiertoe is het einde dezer rede. Wat mij Daniel aangaat, mijne gedachten versclirikten mij zeer, en mijn tuans veranderde aan mij; donh ilc bewaarde d ...
„Verre doden alle Oberheid en Macht”.
[KERSTFEEST 1916]. Verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij en allen naam die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende. Efeze 1 : 21. Er is nauwelijks machtiger tegenstelling denkbaa ...
„Gelijk de bliksem uitgaat ban ’t Dosten en schijnt tot in ’t Westen”.
[OUDEJAAR 1916], Want gelijk de bliksem uitgaat van het Oosten, en schijnt tot het Westen, alzoo zal ook de toekomst van den Zoon des menschen wezen. Mattheus 24 : 27. De avond van 't Oudejaar geeft opnieuw een ons sterk toesprekende insnijding in ons leven. ...
Gekeurd in de smeltkroe der ellende.''
Zie, De heb u gelouterd, doch niet als zilver. Ik heb u gekeurd in den smeltkroes der ellende, Jes. 48 : 10, Het doen Gods met zijn geloovigen is déarom voor ons zoo raadselachtig, omdat het zoo sterk uiteenloopt.Ook nu nog treft het herhaaldelijk onze aandacht, hoe er geloovige vro ...
"Christus deelachtig".
Want wij zijn Christus deelachtig geworden, zoo wij althans het beginsel van dezen vasten grond tot het einde toe vast behouden. Hebr. 3 : 14. Uiterst oppervlakkig vat men dit > Christus-deelachtig-eijn" vaak op, als beduidde 't alleen, dat we deel hebben aan de ...