Van de Voleinding.
CCXCIX. ACHTSTE REEKS. XLIV. En ik zag tronen, en zij zaten daarop; en het oordeel werd hun gegeven; en ik .zag de zielen dergenen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en ...
Van de Voleinding.
ccc. AcHTSTK REEKS.XLV. En wanneer de duizend jaren zullen geëindigd zijn, zal de satanas uit zijne gevangenis ontbondtn worden. En hij zal uitgaan om de volken te verleiden, die in de vier hoeken der aarde zijn, den Gog en den Mago ...
Van de Voleinding.
CCCIII. ACHTSTE REEKS. XLVIII. En tot mij kwam één van de zeven engelen, die de zeven phiolen hadden, welke vol geweest waren van de zeven laatste plagen, en sprak met mij, zeggende ...
Van de Voleinding.
CCCII. ACHTSTE REEKS. XLVII. En. ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid, die voor haren man versierd is ...
Van de Voleinding.
CCCIV. ACHTSTE REEKS. XLIX. En hij toonde mij eene zuivere rivier van het water des levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods en des Lams. Openbaringen 22 : 1. ...
Van de voleinding.
CCCV. ACHTSTE REEKS. L. De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de. leeuw zal stroo eten als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn. Zij zullen geen kwaad doen noch ve ...
Van de Voleinding.
CCXIII. ZESDE REEKS. XXXVI. Want zoo zegt de HEERE: an David zal niet worden afgesneden een man, die op den troon van het huis Israels zitte. Jeremia 33 : 17.Jeremia is in vollen zin een beeld v ...
Van de Voleinding.
CCXVI. ZESDE REEKS. XXXIX. Alzoo zal Ik Mij groot maken, en Mij heiligen, en bekend worden voor de oogen veler heidenen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. EzechielSS : 23. ...
„Er biel niet één Woord”.
Er viel niet één woord van alle de goede woorden, die - de HEERE gesproken had tot den huize Israels; het kwam allemaal. Jozua 21 : 45. De macht van 't woord is zoo allesbeheerschend.Dit komt van het geheel eenig karakter, dat, in onderscheiding van alle ove ...
„Geef den Heere de eere zijns Naams”.
Geeft den HEERE de eere zijns naams; aanbidt denHEERE in de heerlijkheid des heiligdoms. Psalm 29:2. De openbaring onzes Gods viel onder Sem's afstammelingen, niet onder de nakomelingen van Japheth, waartoe wij behooren. Dit maakt dat w^ij 't Woord Gods niet anders ...