„Onze harpen aan de wilgen".
Wij hebben onze harpen gehangen aan de wilgen, die daarin zijn. Ps. 137 : 2. In het heilige land bloeide de wijnstok en de palmboom, — niet de wilg. Met de wilgen had de Jood eerst kennis gemaakt in het land van zijn ballingschap. Om Babyion, zijwaarts af van Tiger ...
„Gij, Verzegelaar der som".
Menschenkind, hef een klaaglied op over den koning van Tyrus, en zeg tot hem: oo zegt de Heere HEEUE: Gij verzegelaar der som, vol van wijsheid en volmaakt in schoonheid. Eïechiël 28 : 12.Tyrus trok als geduchte koopstad, aan de oude Wereldzee gelegen, onze vaderen steeds in hooge mate aan ...
Ik weet elk een der gedachten, die in uw geest opklimmen".
•Zoo-viel. dan' de Geest des HEERËI\' op mij, en Hij zeïde tot mij: Zeg: Zoo zegt de HEERE: Alzoo zegt . gijlieden, ' 'o huis Jsraels, wjint • Ik weet elk een der dingen, die-in uwen geest opklimmen. Ezech. 11 ; .-5-.Het leven in ons kent drieërlei trap van iiitiiig. Op de. hoogste trap .. ...
„Ik hoorde Dien, die tot mij sprak”.
Zoo kwam ip my, als Hij tot mij sprak, de Geest, die mij stelde op mijne voeten; en ik hoorde Dien, die tot mij sprak, • Ezechiël 2 i 2, Ons, kinderen der menschen, is een hoogste vermogen daarin verleend, dat we spreken kuftnèn en anderer spreken tot ons kunnen beluisteren, Dit hoo ...
„Want het komt".
Èn het zal geschiedeii, als zij tot uw zeggen zullen: aarom zucht gij? dat gij zeggen zult: m het gerucht; want het komt; en alle hart zal versmelten, en alle handen zullen verslappen, en alle geest zal inkrimpen, en alle knieën als water henenvlieten. Zie, het komt, en het zal geschieden, spreek ...
„Dij zal onze ongerechtigheden dempen”.
Hij zal zich onzer weder ontfermen; Hij zal onze ongerechtigheden dempen; ja Gij zult alle hunne zonden in de diepten der zee werpen. Micha 7 : 19. Ge moet bij deze belofte, die de Heèire onze God ons door den profeet Micha gaf, aan iemand denken, die tot hartgrond ...
„De vaandelen opsteken”.
Wij zullen juichen over uw heil, en de vaandelen opsteken in den naam onzes Gods. De HEERE vervulle alle uwe begeerten. Psalm 20 ; 6. Gelijk ieder koning, zoo heeft ook Koning Jezus drieërlei onderdanen.Er zijn er, die er niet eens een vaandel op nahouden. E ...
„Uw Koning komt en hij is een Heiland”.
[ADVENT 1913]. Verheug u zeer, gij dochter Sions, juich, gij dochter Jeruzalems. Zie, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en hij is een Heiland; arm, en rijdende op eenen ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen. Zacharia 9 : 9. ...
„Hij zal groot zijn voor den Heere”.
[KERSTFEEST 1913]. Want hij zal groot zijn voor den Heere; en wijn en sterken drank zal hij niet drinken; en hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijner moeders lijf aan. Lukas 1 : 15. In Israel leefden, toen onze j ...
„Heet addervergift"
Zij scherpen hunne tong, als eene slang; heet 'addervergift is onder hunne lippen. Sela. Psalm 140 : 4. Denk u een glas met kristalhelder water. Doch nu wordt aan dit glas geschud, en op eens is alles troebel geworden, omdat er op den bodem van dat glas een donker ...