Van de Voleinding.
CXIII. VIERDE REEKS. XIV. En heeft uit éénen bloede het gansche geslïSht der menschen gemaakt, om OD df n. geheelen aardbodem te ^voneI^ bescheiden hebbende de tijden tevoren geordi ...
Van de Voleinding.
CXII. VIERDE REEKS. XIII. Want als de kinderen nog niet geboren waren, noch iets goeds of kwaads gedaan hadden, opdat het voornemen Gods, dat naar de verkiezing is, vast bleve, niet ...
„De vaandelen opsteken”.
Wij zullen juichen over uw heil, en de vaandelen opsteken in den naam onzes Gods. De HEERE vervulle alle uwe begeerten. Psalm 20 ; 6. Gelijk ieder koning, zoo heeft ook Koning Jezus drieërlei onderdanen.Er zijn er, die er niet eens een vaandel op nahouden. E ...
Van de Voleinding.
CXI. VIERDE REEKS. XII. Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af; van den buik mijner moeder aan zijt Gij mijn God. Ps. 22 : 11. Wordt aan de plant in de Heilige Schrif ...
„De heilige weg”.
En aldaar zal eene verhevene baan, en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden. De onreine zal er niet doorgaan, maar h^ zal voor deze zijn; die dezen weg wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen. Jesaja 35 : 8. Verstaat ge het, dat de weg dien ge g ...
„En ontsliep met zijn vaderen”.
En David ontsliep met zijne vaderen, en werd begraven in de stad Davids. 1 Koningen 2 ; 10. Zijn dooden gedenkt men ook in ons land óp zoo uiteenloopende wijs.De ééne maal vindt ge bij gevoelige personen een zoo bijna ziekelijk aldoor bezig zijn met de »liev ...
Van de Voleinding.
CX. VIERDE REEKS. XI. Ook verduistert de duisternisse voor U niet; maar de nacht licht als de dag; de duisternisse is als het licht. Psalm 139 : 12. Thans moet terug gek ...
„Knecht van dit volk”.
En zij spraken tot hem, zeggende: Indien gij heden dezes volks knecht wezen zult, en hen dienen, en hun antwoorden, en tot hen goede woorden spreken zult, zoo zullen zij te allen dage uwe knechten zijn. 1 Koningen 12 : 7. »Wees knecht van dit volk« is een kernachti ...
Van de Voleinding.
CIX. VIERDE REEKS. X. Met vel en vleesch hebt Gij mij bekleed; met beenderen ook en zenuwen hebt Gij mij samengevlochten. Job 10 : 11. Een veel-aandurvend beweren, dat o ...
„Dat Christus een gestalte in u krijge”.
Mijne kinderkens, die ik wederom arbeide te baren, totdat Christus eene gestalte in u krijge. Gal. 4 : 19. Gewaagd is de beeldspraak, die de apostel hier aangriji)t, ongetwijfeld, maar voor wie er in komt, is ze zoo roerend schoon. De beeldspraak is ontleend aan ee ...