
Van de Kerk.
XXXIII. En dat deze ook eerst beproefd worden, en dat zij daarna dienen, zoo zij onbes rafielijk zijn. 1 Tim. 111:10 Een kort overzicht van de Kerkelijke toestanden en verhoudingen in Duitschland en met name in Pruisen zou op zichzel ...

„De geest is wel gewillig maar het vleesch is zwak.”
Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vleesch is zwak. Markus XIV: 38 Het waren diep aangrijpende oogenblikken, die de Discipelen, onderwijl Jezus in Gethsémané streed, terzijde in liün geestesverblinding doorworstelde ...

Van de Kerk.
XXXVI. En zegt aan Archippus: Zie op de bediening die gij aacgenom? n hebt in den Heere, dat gij die vervult Coloss. IV : 17.Over Zweden gaven we een zeer uitvoerige toelichting. Dit kon en moest. Het kon omdat men van Zweedsche zijde steeds zeer nauwkeurige ...

„Jaagt de liefde na.”
Jaagt de liefde na; en ijvert om de geestelijke gaven, maar meest, dat gij moogt profeteeren. I Cor. XIV: 1. Bij eerste lezing doet het u raadselachtig aan, dat de apostel Paulus, ca in I Cor. XllI hei eenig schoone en wegsleepende triomflied der van God in ons ind ...

„Leid mij!”
Van het einde des lands roep ik tot U, als mijn hart overstelpt is; leidt mij op eenen rotssteen, die mij te hoog zoude zijn. Psalm LXI:3. Wat den Psalmist op zoo roerende wijze in Psalm 61 aangrijpt, is vieeie voor eigen vroomheid. Ia onze b=rijming grijpt 't ons ...

Van de Kerk.
XXXIII. En gijlieden zijt het lichaam van Christus, en leden in het bijzonder, I Cor. XII: 27 Zoo is het dan niet voor tegenspraak vatbaar, dat de toebrenging der volken tot de Kerk van Christus niet vrucht is geweest van de geesteli ...

„Die ze allen bij name roept”.
Heft uwe-oogen op omhoog, en ziet, wie deze dingen geschapen heeft; die in getal hun heir voortbrengt; die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid zijner krachten, en omdat Hij sterk van vermogen is; er wordt er niet één gemist. Jesaja XL : 26. In dien heerlij ...

„Doe het om Uws Naams wil.”
Hoewel onze ongerechtigheden tegen ons getuigen, o Heere, doe het om Uws Naams wille; want onze afkeeringen zijn menigvuldig, wij hebben tegen U gezondigd. Jeremia XIV: 7 De profeet in Israel voelde diep, dat 't zondige volk alle aanspraak op de hulpe en uitredding ...

Van de Kerk.
XXXII, En dit Evangelie des koninkrijks zal in de geheel wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volkeren; en dan zal het einde komen. Matth. XXIV: 14, De groote vraag, waarvoor we nu ten slotte komen te staan, is, of de gestadige en alzijdige afwijking van de zuivere Kerkf ...

Van de Kerk.
XXXI. En het is geschied, dat zij een geheel jaar samenvergaderden in de gemeente, en eene groote schare leerden; en dat de discipelen het eerst te Antiochiê Christenen genaamd werden. Hand. XI : 26 Uit 't dusver ontwikkelde valt alz ...