„Opdat uw gebed niet verhinderd worde”.
Gij mannen, insgelijks, woont bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste eere gevende, als die ook mede erfgenamen der genade des levens met haar zijt; opdat uwe gebedep niet verhinderd worden. ^^^^^•l Petrus 3 : 7. Als de apostel ons toeroept, ...
Van de Voleinding.
CXXXVII. VIERDE REEKS. XXXVIII. En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel zijne oogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lizarus in zijnen ...
„Behoed de deur mijner lippen”.
HEERE, zet eene wacht voor mijnen mond, behoed de deur mijner lippen. Psalm 141: 3. Het moet een niet uit te spreken plechtig oogenblik zijn geweest, toen in 't Paradijs de pas geschapen mensch 't eerste menschelijke woord uitsprak, en zulks wel in aanbidding voor ...
Van de Voleinding.
CIV VIERDE REEKS. V. Ik ben met Christus gekruisigd; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgene ik nu in het vleesch leef, dat leef ik door het geloof van ...
„Wandelen in de ruimte”.
En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik uwe bevelen gezocht heb. Psalm 119 : 45. De karakters verschillen, maar toch is er bijna niemand, die zijn eerste jeugd achter zich heeft, en niet uit eigen ervaring weet, wat 't is, 't «benauwd te hebben«, o, zoo benauwd, ...
Van de Voleinding.
cv. VIERDE REEKS. VI. Gelijkerwijs mij de levende Vader gezonden heeft, en ik leve door den Vader, alzoo die mij eet, die zal leven door mij. Joh. 6 : 57. Moet op den aa ...
„De Heere zij toehoorder tusschen ons”.
En de oudsten van Gilead zeiden tot Jephtha: De HEERE zij toehoorder tusschen ons, indien wij niet alzoo naar uwen woorde doen. Richteren 11 : 10. Het was ouderwetsch vroom, dat de stadsraad van Gilead tot Jephta, den Richter, sprak: »De Heere zij toehoorder tussch ...
Van de Voleinding.
CVI. VIERDE REEKS. VII. Want gelijk de Vader het leven.heeft in zichzelven, alzoo heeft Hij ook den Zoon gegeven, het leven te hebben in zichzelven. Joh. 5 : 26. Zoo gaa ...
„Zelfs des nachts rust zijn hart niet”.
Want alle zijne dagen zijn smarten, en zijne bezigheid is verdriet; zelfs des nachts rust zijn hart niet. Datzelve is ook ijdelheid. Pred. 2 : 23. Althans de jongeren onder ons rekenen veelal met den nacht niet. Zóó als ze zich nederleggen, slapen ze in, en worden ...
Van de Voleinding.
CVII. VIERDE REEKS. VIII. En God zeide: Dat de aarde uitschiete grasscheutkens, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijnen aard, welks zaad daarin zy op de ...