„Dat Christus een gestalte in u krijge”.
Mijne kinderkens, die ik wederom arbeide te baren, totdat Christus eene gestalte in u krijge. Gal. 4 : 19. Gewaagd is de beeldspraak, die de apostel hier aangriji)t, ongetwijfeld, maar voor wie er in komt, is ze zoo roerend schoon. De beeldspraak is ontleend aan ee ...
Van de Voleinding.
CVIII. VIERDE REEKS. IX. Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben, en als een borduursel gewrocht ben, in de benedenste deelen der aarde. Ps. 139 ...
„Knecht van dit volk”.
En zij spraken tot hem, zeggende: Indien gij heden dezes volks knecht wezen zult, en hen dienen, en hun antwoorden, en tot hen goede woorden spreken zult, zoo zullen zij te allen dage uwe knechten zijn. 1 Koningen 12 : 7. »Wees knecht van dit volk« is een kernachti ...
Van de Voleinding.
CIX. VIERDE REEKS. X. Met vel en vleesch hebt Gij mij bekleed; met beenderen ook en zenuwen hebt Gij mij samengevlochten. Job 10 : 11. Een veel-aandurvend beweren, dat o ...
„En ontsliep met zijn vaderen”.
En David ontsliep met zijne vaderen, en werd begraven in de stad Davids. 1 Koningen 2 ; 10. Zijn dooden gedenkt men ook in ons land óp zoo uiteenloopende wijs.De ééne maal vindt ge bij gevoelige personen een zoo bijna ziekelijk aldoor bezig zijn met de »liev ...
Van de Voleinding.
CX. VIERDE REEKS. XI. Ook verduistert de duisternisse voor U niet; maar de nacht licht als de dag; de duisternisse is als het licht. Psalm 139 : 12. Thans moet terug gek ...
„De heilige weg”.
En aldaar zal eene verhevene baan, en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden. De onreine zal er niet doorgaan, maar h^ zal voor deze zijn; die dezen weg wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen. Jesaja 35 : 8. Verstaat ge het, dat de weg dien ge g ...
Van de Voleinding
CXXXVIII. VIERDE REEKS. XXXIX. En Hij zeide: Hoort nu mijne woorden: Zoo er een profeet onder u is. Ik de Heere zal door een gezicht Mij aan hem bekend maken, door eenen droom zal I ...
„In uw hart hervatten”.
Zoo zult gij heden weten, en in uw hart hervatten, dat de Heere die God is, boven in den hemel en onder op de aarde; niemand meer. Deuteronomium 4 : 39. Vatten is iets aanpakken en tot zich nemen. Her-vatten beteekent derhalve iets ten tweeden male tot zich nemen. ...
„nederwaarts wortelen”.
I. Want het ontkomene, dat overgebleven is van den huize Juda, zal wederom nederwaarts wortelen, en zal opwaarts vrucht dragen. 2 Kon. 19 : 30. In de gelijkenis van den Zaaier teekent Jezus ons ook het beeld van die mislukte ijveraar ...