„Doch men let daar niet op.”
Maar God spreekt eens of twee maal; doch men let niet daarop. Job. 33 : 14. God leeft.Er gaat van den Almachtige werking uit.Werking niet enkel in den stormwind en den donder, maar werking ook in de gedachtenwereld. Er is in Hem kennisse en verstand, ...
Van de Gemeene gratie.
LAATSTE REEKS. XLVIII. HET HUISGEZIN. VIII. Toen antwoordden Laban en Béthuël, en zeiden: an den Heere is deze zaak voortgeko men, wij kunnen kwaad noch goed tot u sprek ...
„Zoo ik versmaad heb het recht mijns dienstknechts of mijner dienstmaagd.”
In het goede verslijten zij hunne dagen: en in een oogen blik dalen zij in het graf: Job 31 : 13. Uit Aïië en uit Afrika komen booze geruchten tot ons. Geweld heerscht er, overmacht woedt er, en het recht wordt er niet geacht.De toestand krijgt iets angstigs ...
Van de Gemeene gratie
LAATSTE REEKS. XLVI. HET HUISGEZIN. VI. Maar van het begin der schepping heeft ze God man en vrouwe gemaakt Marcus, 10 : 6. Het Huisgezin ...
„€n Jezeus nam toe"
En Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte, en in genade bij God en de menschen Luk. II: 52 In God is geen verandering, noch schaduwe van omkeering. Zoo kan er dus bij de Goddelijke natuur nimmer van een toenemen sprake zijn. Belijden we nu den Christus als zijnde ...
Van de gemeene Gratie
LAATSTE REEKS. XLVII. HET HUISGEZIN. VII. En God zeide: De aarde brenge levende zielen voort naar hunnen aard, vee, en krui pend, en wild gedierte de ...
Van de gemeene Gratie.
LAATSTE REEKS. LI. HET HUISGEZIN. XI. (Slot). Doch ik wil dat gij weet, dat Christus het hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw ...
Van de Gemeene gratie.
LAATSTE REEKS. L. HET HUISGEZIN. X. Deze verborgenheid is groot: doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de gemeente. Epheze 5 : 32. He ...
Van de gemeene Gratie.
LAATSTE REEKS. LIII. DE OPVOEDING. II. Leer den jongen de eerste beginselen naar den eisch zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daa ...
Van de Gemeene gratie.
LAATSTE REEKS. LII. DE OPVOEDING. I. Opdat het navolgende geslacht die weten zoude, de kinderen, die geboren zouden worden ; en zouden opstaan, en ve ...