De Zending.
XXIII. Na van den „pionier van Afrika" David Livingstone gesproken te hebben, wenschen wij nog een blik' te slaan op de zending en hare vruchten in Oost-Afrika. Eerst nadat de slavenhandel in het westen door de Engelschen onderdrukt was, werd de aandacht van Europa ...
Dan de gemeene Gratie.
DERDE REEKS. LXXXVI. En hij is alle dingen door hem. vóór alle din bestaan te Col. gen, en zamen I : 17. Bleek ons uit de voorafgaande uiteenzetting, dat in het menschelijk leven op aarde, na den val, ...
„En de Geest Gods in ulieden woont.”
(PINKSTEREN) Weet gij niet, dat gij Gods tempel-zijt, en de Geest Gods in ulieden woont? I Cor. 3 : 16. Er is maar een Uitstorting van den Heiligen Geest geweest. Die Uitstorting greep slechts éénmaal plaats. Ze kon daarna nooit meer ...
Aangedaan met kracht uit de hoogte.
Uit de binnenlanden van Afrika, liet de bekende David Livingstone tot de kerk van Christus een roepstem uitgaan, die om erbarming vroeg voor de groote menigte heidenen, welke daar gevonden werden. Die stem vond haar echo in de bede van Stanley, toch niet te toeven met het uitzenden van predikers ...
„De kaars des lichaams is het nog”
De kaars des lichaams is het oog; indien dan uw oog eenvoudig is, zoo zal uw geheele lichaam verlicht wezen. Matth. 6:22. Als de zon onderdook, en geen maan blank schijnt, hangt vale donkerheid over de natuur van ons menschelijk leven, en ontkomt ge aan e vaalheid ...
Dan de gemeene Gratie.
DERDE REEKS. LXXXVIT. In Hetzelve was het leven, en het leven was het licht der menschen. Joh. I : 4. De gemeenschappelijke wortel, waaruit zoowel de „Gemeene gratie" als de „Particuliere genade" opsch ...
Junius in Limburg.
Het was het jaar 1566. De beeldenstorm had de overheden in de Nederlanden gedreven tot het nemen van maatregelen, die een herhaling van dergelijke rustverstoringeii zouden beletten. Een dezer stond de V/aalsche kerk van Antwerpen slechts twee dienaren des Woords toe, die Nederlanders moesten zijn ...
Dan de gemeene Gratie.
DERDE REEKS. LXXXVIII. Hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens. I Tim. 4 : 8b. Alzoo vloeien de Particuliere genade en de Gemeene gratie uit éénzelfde Bron in God Drieëenig, en ...
„Wie was ik, die God konde meren?”
Indien dan God hun evengelijke gave gegeven heeft, als ook ons, die in den Heere Jezus Christus geloofd hebben, wie was ik toch, die God konde weren? Hand. 11 : 17. Er is een onmetelijke wereld boven en buiten onze kleine aarde, en in die wereld die boven is, heers ...
Dan de gemeene Gratie.
DERDE REEKS. LXXXIX. Opdat nu, door de gemeente, bekend gemaakt worde aan de overheden en de machten in den hemel de veelvuldige wijsheid Gods. Efeze 3 : lo. De in bediening van Woord en Sacramenten op ...