Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 38
VII.„^ciöte ciiistigcu."'„En in ernstiger."zwarenstrijdzijnde,badLuk. 22hii te 44. :Bidden is een knnst. Een heilige knnst, die zeer weinig gekend wordt. Een kunst, die alleen de Heilige Geest n leeren kan, en die de Heilige Ge ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 39
„BAD TE ERNSTIGER."81En daarom wat soberder, wat stiller, wat heiliger en daardoor schuchterder en teederder met dat bidden voor elkander zijn, het zou aan ons gebed geen kwaad, maar eer aan uw bidden goed doen.Doch in dat uitwendig, oppervlakkig roepen van „broeders, bidt vo ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 41
;!„BAD TE ERNSTIGER." Xiet natuurlijk,alsofdieoefeninghet33deed.Datnooit.Deen de gloed in het gebed, is altoos, zoo het echt is, GeesteswerJc, en komt daarom aanvankelijk zelden anders op dan in geestelijken strij ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 40
..BAD TE ERXSTIGEE.32in, en ook om ernstig te kunnen bidden moet een willen spannen. Op school moet een kind dat inspannen van zijn geest ook leeren. En het is reeds, o, zooveel gevorderd, als ge een pasbeginnend kind er toe brengen kunt, om zijn gedachte bij iets bij te houden, op ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 42
VIII.„ïluntgij nietéén uuc met mij tuatien?"En hij kwam tot de discipelen, en vond ze slapende, en zeide tot Petrus: Kunt gij dan niet één uur met mij waken? Matth. 26 40. :Ook in Jezus' leven was het een op- en neergaan tussehen pool en tegenpool. De eene maal ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 43
„KUNTGIJ NIETÉÉX UÜK MET MIJ WAKEN?"35en zijn Grezalfde", dan heet het in den tweeden Psalm, dat God de Heere, in de ruste zijner majesteit nederziet (joosjeeb), en met Groddelijke satyre deze woede van Satan en zijn satellieten bespot en belacht. En zoo ongeveer zoudt ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 44
„Kr>'T GIJ XIET ÉÉN36UUR]MET MIJAVAKEX?'of bezwi^jking. Hem blonk het gelaat als met engelenzonder dat een klacht hem over de lippen komt, vangt hij de ruwe brokken steen, die men naar hem toeslingert, op met een borst waarin niets dan geloofsmoed tint ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 47
„KUNT GIJ NIET ÉÉN UUR MET MIJ WAKEN?"En Zelfsnu,bijdie zielverterende worstelingzijn drie intiemstezijn.op een afstand laten. ganschelijk alleen treden. In drie doodelijke benauwdheid over zijnjongeren moestDien wijnpersbak moest hij ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 45
„KUNTGIJ NIETÉÉN UUR MET MIJ WAKEN?"37En ziehier nu de tegenstelling De martelaar scheidt zich van de meiischheid af, om zich als een offerande Gode op zijn altaar toe te keeren, maar uw Jezus gaat vloek en dood tegen in de nauwste en innigste verbinding juist met onze ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 46
„KUNT38GIJ XIETÉÊX UUR MET MIJ WAKEïf ?"Enzoo gaat, vooral over Gethsémané, het licht op. wildet, dat Jezus al het menschelijke aan den ingang van den hof had afgelegd, en als Zone Grods in zijn heldenmajesteit geschitterd had, maar wat moest geschieden, was jui ...