1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 21
17Laten wij nu de verdeeling der bloedgroepen over de verschillende aardbewoners nader bezien. Wanneer men den index van Hirszfeld eens nagaat voor de bevolking van Europa, dan ziet men dien van W est naar Oost steeds kleiner worden. Dit beteekent natuurlijk niets anders dan dat het % A in ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 22
18 0//o31.0 36.838.0 38.018.8 18.612.2 6.61.6 1.834.2 31.321.1 19.038.9 41.25.8 8.50.6 0.640.843.512.63.12.940.0 46.843.0 41.712.0 8.65.0 3.02.8 3.845 ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 23
19Het bleek Julien, dat er een groote tegenstelling bestaat tusschen de groepenverdeeling der Pygmeeën en der Bosjesmannen. Langen tijd heeft men gemeend deze volken als nauw verwant, zelfs als takken van één ras te moeten beschouwen, op grond van hun geringe afmetingen, lichte huidskleur ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 24
20bekend is. In het Zeitschrift für Rassenphysiologie verschijnen jaarlijks in tabelvorm van de hand van Steffan Wellisch de ge gevens, die uit verschillende onderzoekingen door hen zijn samen gesteld. In groote trekken is de bevolking van de geheele wereld bekend geworden, zoodat bela ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 25
21Al deze gegevens zijn vermeld in % der bloedgroepen en niet op de meer zuivere wijze, door middel van de geengetallen. Men kan die met de bekende formules echter hieruit berekenen. Voor de Indianen zij nog opgemerkt, dat in de eerste 4 gevallen sprake is van zeer raszuivere stammen; de k ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 26
22Als we nog eens even overzien, dan constateeren wij met Hesch (1934) voor N.W.-Europa een groote waarde voor p. die in Oostelijke en Zuid-Oostelijke richting kleiner wordt. Maar een zelfde groot bedrag komt ook voor in Australië, Polynesië, bij de Aino’s en de Japanners. Ook in Noord-Afr ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 27
23en 35.12 %. Hieruit volgt dus voor s = V M — 7.746 en voor t — V N = 2.209, met een som van s + t = 9.995. Bij de Javanen en Soendaneezen is het verschil minder sprekend. Postmus vond bij 198 Soendaneezen voor s een waarde 6.356 en voor t 3.828. Deze wijken dus ook nog duidelijk af van d ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 28
24met alleen de sera a en /3 te gebruiken, maar hij controleert ook nog met de beide andere, nd. a/3 en het serum o, dat dus geen menschelijke agglutininen bevat. De noodzakelijkheid hiervan blijkt duidelijk uit het onderzoek (1932) van een 7-jarigen chimpansé Seppl. Alle onderzochte chimp ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 29
25sera kreeg hij bij gibbons een positieven uitslag. Dit is niet in over eenstemming met wat Landsteiner vroeger gevonden had bij de 10 in de tabel vermelde, waarvan 2 tot de groep A, 6 tot B en 2 tot AB behoorden. Echter past Weineet's resultaat goed bij zijn evolutio nistische opvattin ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 30
26van den mensch. Door dit onderzoek is dus Weinert's arbeid met belangrijke resultaten aangevuld. Dit bleek niet minder bij Dahr’s behandeling van een der chimpansé’s. Deze reageerde positief met alle vier menschelijke testsera. In het bijzonder was dit eigenaardig voor het serum /3, daar ...