„Wat verhindert mij gedoopt te worden?”
En alzoo zij over weg reisden, kwamen zij aan een zeker water; en de kamerling zeide : Ziedaar water; wat verhindert mij gedoopt te worden? Hand. 8:36, »Bejaarden-Doop" is een naam, die thans min welluidend klinkt, en door verloop van beteekenis eigenlijk onjuist is geworden. Thans immers ...
„Alzoo lief heeft God de wereld gehad.”
[KERSTFEEST] Want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Joh, 3:16. Wees ons gegroet, blijde dag van ...
Van het heilig Avondmaal.
Doende het brood uit de aarde voortkomen enden wijn die het hart des meuschen ver heugt. Ps. 104:14, 15' ZONDAGSAFDELING XXIX VI. Elke voorstelling alsof de Christus op magische wijze iets uit zijn ver ...
Van de dankbaarheid.
ZOL\DAGS.iFDËELING XXXII. II. Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den in wendigen raensch. Rom. 7:22. De neiging, om het derde deel van den Catechisoius, zoo al niet'te verwaarloozen, dan toch ...
„Met den mond belijdt men ter zaligheid”.
Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid, en met den mond belijdt men ter zaligheid. Romeinen 10 : 10. Al meer vindt de meening ingang, dat sstil zijn" godzalig en »zwijgen van zijn geloof" het hoogste merk van vroomheid is.Men vraagt u dan, of het ...
„Wat deel heeft de geloovige met den ongeloovige?”
En wat samenstemming heeft Christus met Belial? Of wat deel heett de geloovige met den ongeloovige ? 3 Cor. 6 : 15.Tusschen twee klippen hebt ge, met Gods hulpe, behouden door te zeilen. Ge hebt ute wachten voor alles wat ook maar zweemt naar een laatdunkend afstooten van den ongeloovige. ...
„Vwe ziele zal hij bewaren.”
De Heere zal u bewaren van alle^kwaad; uwe ziele zal Hij be waren. Psalm 121 : 7. Een der rijkste en heerlijkste beloften, udoor God in zijn Woord gegeven, is wel deze, dat Hij uwe ziele bewaren zal.Verdiep u nu niet in de vraag, of dit bewaren uwer ziel doe ...
Van de dankbaarheid.
ZOJIDAGSiFDEELING XXXII. 'Wat zal ik den Heere vergelden voor al zijne weldaden, aan mij bewezen? Ik zal den beker der verlossingen opnemen, en den naam des Heeren aanroepen. Ps. n6 : 12 en 13. IV, Zoolang men het heidensche b ...
Dan de danhbaarheid.
ZO!ÏDAOSAFDE£LING XXXII. V. V. Ik zal uws naams doen gedenken van elk geslacht tot geslacht: daarom zullen U de volken loven eeuwiglijk en altoos. Psalm 45 : i8.Opmerking verdient het, dat viraar in de Heilige Schrift, zoo al niet de naam, dan toch de ...
Van de dankbaarheid.
ZOKDiGSAFDEELIKG XXXIL Looft den Heere, want onzen God te psalmzingen is goed, dewijl Hij liefelijk is; de lof is betamelijk. Psalm 147 : i. Echte dankbaarheid moet in het hart zetelen, en zich met innerlijke noodzakelijkheid een weg naar buiten zoeken te ban ...