Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 21
schoonheden, dan zijn die naar Augustinus' opvatting, echter uitgedrukt in de woorden van Croce, een constitutief element der expressie. Zoo is er eenheid van vorm en inhoud en deze eloquentie is schoon door haar waarheid en zuiverheid. Het is de stijl van den Bijbel. Het kwellend stijlprobleem d ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 6
o ELOQUENTIA TANTO TERRIBILIOR QUANTO PURIOR, ET QUANTO SOLIDIOR TANTO VEHEMENTIOR! August, de doctr. Chr. IV, XIV, 30 ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 7
Mijne Heeren Directeuren, Curatoren, Professoren en Lectoren, Dames en Heeren Doctoren en Studenten, en voorts Gij allen, die door Uw aanwezigheid hlijk geeft van belangstelling in de Vrije Universiteit en aan de plechtige herdenking van haar geboortedag luister bijzet, Zeer geachte Toehoorderess ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 30
AANTEEKENINGEN. *) W . ScHUBART, Die Antike und die Gegenwart, in Abhandlungen und Vortrage, herausgeg. von der Bremer wissensch. Gesellsch., II, 1, 1927, p. 177. — ^) Ep. 138, 1. — ^) LiBAN, ep. 369, 9. — *) H . I. MARROU, St Augustin et la fin de la culture antique. Paris, 1938, p . 107. — =) a ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 8
een juist inzicht in den stand van het probleem in die oude tijden van het grootste belang is. Het was voor de Christenheid uit de eerste eeuwen onzer jaartelling niet gemakkelijk haar houding te bepalen tegenover de zooveel eeuwen oude Grieksch-Romeinsche cultuur, waaruit ze, wat beschaving en w ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 22
hel, verhooging en vernedering, kortom al die antitheta, die, om in de gedachtewereld van Augustinus te blijven, zich paarsgewijs contraponeeren in de civitas Dei en de civitas diaboli, de civitas caelestis en de civitas terrena en die hij in zijn ,,de Civitate Dei", het werk, dat in zijn composi ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 31
althans wat de Sermones betreft, tot Schrijnens opvatting overhel (Vgl. mijn: De invloed van Augustinus'Bijbelstudie op zijn literatuurbeschouwing, Geref. Theol. Tijdschr. 1935, p . 385 e.v.), meen ik, dat de vraag van den oorsprong der rhetorische antithese bij Augustinus zijn aesthetische waard ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 9
postklassieken tijd, omdat toen een ongebreidelde rhetorische ornamenteeringslust, onder den invloed der tweede sophistiek gretig de practijken der Asiaansche rhetorica toepassend, zich slechts kon uitleven aan onbelangrijke, met het volle leven in geenerlei verband staande materie. De Romeinsche ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 23
tinus, in de preeken dus, zien we deze figuren veelal gezamenlijk optreden. Parison, isocolon en homoioteleuton komen in de Sermones ad populum vierduizend tweehonderdvijftig maal voor ^*). Ik noem dit prozaïsch getal om te doen zien, welk een waarde Augustinus aan deze schemata toekende. Het zou ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 10
De overige wetenschappen werden niet meer beoefend, met uitzondering wellicht van de geneeskunde, die echter in dezen tijd haar kracht meer zocht in practische handigheid dan in wetenschap *). De rechtswetenschap, weleer beoefend door alle hoogerontwikkelden, was geworden tot een specialiteit van ...