„Maar gij hebt uw ziwl bebrijd”.
Doch als gij den goddelooze waarschuwt, en hij zich van zijne goddeloosheid en van lijnen goddeloozen weg niet bekeert, hij zal in zijne ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uwe ziel bevrijd. Ezechiel III : 19. Het geloof aan Gods uitverkiezende genade kan ontzen ...
„EN Jezus gaf den geest”.
Mattheus meldt ons, dat Jezus den dood inging onder het met groote stem uitroepen, eerst van het Volbracht, en toen van het > Vader in Uwe handen beveel ik mijnen geest”.Die stemverheffing van onzen Heiland en zijn aanstonds sterven was natuurlijk. De druk van het Eli, Lama Sabachtanl o ...
„Engelen, die zeggen, dat hij leeft”.
En zijn lichaam niet vindende, kwamen zij en zeiden, dat zij ook een gezicht van engelen gezien hadden, die zeggen dat hij leeft. Luc. XXIV : 23. Jezus is, na zijn verrijzenis, niet aanstonds door de zijnen heikend. Dit bljjkt uit onloochenbare feiten. Toen Maria d ...
„Hw volk en de schapne uwer weide”.
Zoo zullen wij, uw volk en de schapen uwer weide, ü loven in eeuwigheid, van geslachte tot geslachte; wij zullen uwen roem vertellen. Psalm LXXIX : 13. Het trekt de aandacht, dat in het begin der historie der menschheid de herder der schapen de verfoeilijke booswic ...
„Volhardende in de leer der Apostelen.”
En zij waren volhardende in de leere der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden. (Hand. 11:42.) Het grijpt zoo aan, dat reeds bij de toebrenging der geloovigea op den Pinkstermorgen, metzulk een nadruk beleden wordt, d ...
„Zij zocht den God zijns vaders”.
Maar hij zocht den God zijns vaders, en wandelde in zijne geboden, en niet naar het doen van Israël. 2 Kronieken XVII : 4. . . 't Is zoo onvergeeflijk, als een Christenvader niet doet wat hij kan, om zijn kind aan klare, bewuste, levende gemeenschap met den Heere z ...
„Geschapen om te volmaken”.
En God heeft den zevenden dag gezegend, en dien geheiligd, omdat Hij op dezen gerust heeft van al zijn werk, hetwelk God geschapen had, om te volmaken. Genesis II: 3. God, zoo betuigt de Heilige Schrift ons, had al zijn werk geschapen, om het te volmaken. Dit sluit ...
„Help ons, o God, ter oorzake van de eer uws naams”.
Help ons, o God onzes heils, ter oorzake van de eere uws naams; en red ons, en doe verzoening over onze zonden, om uws naams wille. • Psalm LXXIX:9. Als een kind vaa God in een booze zonde viel, en dit komt in 't publiek uit, dan treft hem de schimp en de smaad van ...
„Zijt dan navolgers Gods!”
Zijt dan navolgers Gods, als geliefde kinderen. Efeze V: l.'t Is zoo aangrijpend, en zoo bijoa verrassend, wat de Apostel ons hier toeroept over de navolging Gods. E-; n oproeping om, als geschapen r.aar het Beeld Gods, ons tot navolging van onzen God gereept n te gevoelen, spreekt ons geh ...
„Mijn hart is mat.”
Laat al hun kwaad voor uw aangezichte komen, en doe hun, gelijk als Gij mij gedaan hebt van wege alle mijne overtredingen; want mijne zuchtingen zijn vele, en mijn hart is mat. Klaaglied 1: 22. Jeremia in zijn Klaagliederen gevoelde zich dof, ingezonken en afgemat. ...