„nogmaals: naar de Schriften”.
En dat hij is begraven-, en dat hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften. 1 Cor. XV: 4. En nu de keerzijde.Tot tweemalen toe betuigt de Apostel, dat het oopen moest, gelijk het liep, omdat het alzoo aar de Schriften was. Dit nu sloeg, in zijn eerst ...
„Siddieren, een ieder door zijn ziele”.
En Ik zal nlaken, dat zich vele volken over u ontzetten, en hunne koningen zullen de haren over u te berge staan, als Ik mijn zwaard zalzwaaien voor hunne aangezichten; én zij zullen elk oogenblik sidderen; een ieder voor zijn ziele ten dage uws vals. Ezechiel 32 : 10.Het sidderen overkomt ...
„Vreemd is zijn daad”.
Want de HEERE zal zich opmaken, gelijk op den berg Perazim, Hij zal beroerd zijn, gelijk in het dal Gibeon: om zijn werk te doen; zijn werk zal vreemd zijn; en om zijne daad te doen; zijne daad zal vreemd zijn. Jes. 28 : 21. Toen Jezus, met zoo scherp-insnijdende t ...
„Toen hij nog een jongeling was”.
Want in het achtste jaar zijner regeering, toen hij nog een jongeling was, begon hij den God van zijnen vader David te zoeken; en in het twaalfde jaar begon hij Juda en Jerusalem van de hoogten, en de bosschen, en de gesnedene en de gegotene beelden te reinigen. 2 ICron. XXXIV ...
„De Springader des lebenden Waters”.
Want mijn volk heeft twee boosheden gedaan: ij, de Springader des levenden waters, hebben zij verl.-ten, om zich zelven bakken uit te houwen, gebrokene bakken, die geen water houden. Jer. 2 : 13.Er is vloeiend maar ook stilstaand, er is neerdruppelend maar er is ook springend water. Gaat n ...
De Springader des lebeden Waters
Want mijn volk heeft twee boosheden gedaan: ij, de Springader des levenden waters, hebben zij verl.-ten, om zich zelven bakken uit te houwen, gebrokene bakken, die geen water houden. Jer. 2 : 13.Er is vloeiend maar ook stilstaand, er is neerdruppelend maar er is ook springend water. Gaat n ...
„Toen spogen zij in zijn aangezicht”.
Toen spogen zij in zijn aangezicht, en sloegen hem met Vuisten. Mattfe-20-, 67.In iemands gelaat, in zijn aanschijn, in zijn aangezicht spreekt zijn wezen. Al 't overige wat aan' hein ' is, kunnen we ons wegdenken, ZOO"'de uitdrukking-van iijn gelaat ons maar bijbjijft.' Om'ifemand te herk ...
„Laat ons hem slaan met de tong”.
Toen zeiden zij: omt aan, laat ons gedachten tegen Jeremia denken; want de wet zal niet vergaan van den priester, noch de raal van den wijze, noch het woord van den profeet. Komt aan, en laat ons hem slaan met de tong, en laat ons niet luisteren naar eenige zijner woorden, Jeremia 18 : 18. ...
„Visschers dan menschen”.
En Jezus zeide tót hen: olgt mij na, en ik zal maken, dat gij visschers der menschen zult worden. Mark. 1 : 17.Een kenner onder wie hengelen blijft thuis, als de zonneglans de wateren beschijnt, rnaar gaat op visschen uit, als de regen begint neer te druppelen en opkomende donderkoppen den ...
„De Heere uw God strijdt voor ulieden”.
Vreest ze niet, want de Heere uw God strijdt voor ulieden. Deuteronomium III : 22Gedurig nog vindt de onjuiste voorstelling ingang, alsof bij strijd en worsteling wij zelve het zijn, die door onze krachtsinspanning het geding waarom 't gaat, tot beslissing brengen, en dat onze God, dien we ...