„Ziet, Ik heb het ook gezien! spreekt de heere”.
Is dan dit Huis, dat naar mijnen naam genoemd is, in uwe oogen eene spelonk der moordenaren? Ziet, Ik heb het ook gezien, spreekt de HEERE. Jeremia 7 : 11. Er ligt in dit korte zeggen iets dat ontroert. Liefst nemen we het nu niet in 't algemeen, van al onze zonden ...
„Een weg, die nog uitnemender is”.
Doch ijvert naar de beste gaven; en ik wijs u eenen weg die nog uitnemender is, 1 Cor. XII : 31. Het geheel eenig rijke dertiende kapittel uit Paulus eersten brief aan de Kerk van Corinthe, teekent ons een Kerkelijk leven in zijn hoogste volkomenheid, dat rusteloos ...
„Geerne vergevende”.
Want Gij, HEERE, zijt goed, en gaarne vergevende, en van groote goedertierenheid allen, die U aanroepen. Psalm 86 : 5. In onze Statenoverzetting slaat, met kennelijke klanktoespeling, niet: > Gaarne«, maar iGeern vergevende." Daarom een zoo gelukkige woordkeus, ...
„Dat Christus een gestalte in u krijge”.
Mijne kinderkens, die ik wederom arbeide te baren, totdat Christus eene gestalte in u krijge. Gal. 4 : 19. Gewaagd is de beeldspraak, die de apostel hier aangriji)t, ongetwijfeld, maar voor wie er in komt, is ze zoo roerend schoon. De beeldspraak is ontleend aan ee ...
„Menschenzeelen”.
Ik trok ze met menschenzeelen, met koorden der liefde, en was hun, als degenen, die het juk van op hunne kinnebakken oplichten, en Ik reikte hem voeder toe. Hosea U : 4. Van 't afvallige volk betuigt Jehovah, door Hosea: »Ik trok ze met menschenzeelen". Deze szeele ...
„Volg het swade nite na”.
Geliefden, volg het kwade niet na, maar het goede. Die goed doet, is uit God; maar die kwaad doet, heeft God niet gezien. 3 Johannes : 11. Van nature is het ons eigen, met anderen mee te doen en anderen na te doen. Die zucht is ons ingeschapen. Die neiging ligt in ...
„Wie zou den donder zijner mogendheden verstaan?”
Zie, dit zijn maar uiterste einden zijner wegen; en wat een klein stuksken der zaak hebben wij van Hem gehoord! Wie zoude dan den donder zijner mogendheden verstaan? Job 26 : 14. De verschrikkingen van Gods majesteit komen op ons aangolven uit de natuurmachten, als ...
„Van mijne jonkheid af”.
En het mocht geschieden, wanneer ik van u zoude weg gegaan zijn, dat de Geest des HEEREN u wegnam, ik weet niet waarhenen; en ik kwam, om dat Achab aan te zeggen, en hij vond u niet, zoo zoude hij mij dooden. Ik, uw knecht, nu vreeze den HEERE van mijne jonkheid af. 1 Koningen ...
„En Jesus innerlijk bewogen zijnde”.
En Jezus, innerlijk bewogen zijnde met barmhartigheid, raakte hunne oogen aan; en terstond werden hunne oogèn ziende; en zij volgden hem. Mattheus 20 : 34. Bij ernstig leed, dat geleden wordt, uit zich ons menschelijk karakter gemeenlijk in éen van deze drie vormen ...
„Een wijd begrip des harten”.
En God gaf Salomo wijsheid en zeer veel verstand, en een wijd ^begrip des harten, gelijk zand, dat aan den oever der In Salomo was een »wijsheid« zooals in niemand naast hem. Het staat er in het Schriftuurlijk verhaal zoo beslist en zoo duidelijk, zie 't in vers 30 ...