,,Doende Israel zondngen."
Om zijne zonden, die hij gezondigd had, doende wat kwaad was in de oogen des HEEREN, wandelende in den weg van Jeróbeam, en. in zijne zonde, die hij gedaan had, doende Israel zondigen. 1 Kon. 14 : 19. Van Zimri, een . onheilig vorst uit Israel, meldt de Schrift ons ...
„Nederwaarts wortelen”.
III (Slot.) Want het ontkomene, dat overgebleven is van den huize Juda, zal wederom nederwaarts wortelen, en zal opwaarts vrucht dragen. 2 Kon. 19 : 30. Dit inwortelen van onze ziel in den geestelijken levensbodem, die van God uitstr ...
„In hun hart grijpen”.
Opdat Ik het huis Israels in hun hart grijpe, - dewijl zij allen door hunne drekgoden van Mij vervreemd zijn. Ezechiël 14 : 5. Sterk spreekt reeds in het Oude Verbond het getuigenis der Schrift tegen alle voorstelling, alsof wat te komen staat, afhing van ons verst ...
„Stijf van voorhoofd”.
Maar het huis Israels wil naar u niet^hoóiren, omiiat zij naar Mij niet willen hooren; want het gansche huis Israels is stijf van voorhoofd, en hard van harte zijn zij. Ezechiël 3 : 7. Israel stond in oorlogstoestand, en toen heeft de Heere Israel in zijn zondig zi ...
„Niemand dan die het merkteeken heft”.
En dat niemand mag koopen ofverkoopen, dan die datmerkteeken heeft, of den naam van het Beest; want het is een getal eens menschen; en zijn getal is zes honderd zes en zestig. Openb. XIII : 17. Scherper dan in lange jaren richt zich veler opmerkzaamheid thans weer ...
„Voor uw verootmoedigen".
Ook, hebt Gij mij gegeven het schild Uws heils, en door Uw verootmoedigen hebt Gij mij groot gemaakt. 2 Sam. XXII : 36. David's eerste Koningsjaren waren een periode van harden strijd, en het was de eindtriomf iu dien strijd, die hem Psalm 18 ontlokte, «toen de Hee ...
„Bind de getvigenis toe”.
Bind het getuigenis toe. Verzegel de wet onder mijne leerlingen. Jesaja 8 : 16. Er kan een zoo eiken geestelijken band losrafelende verwildering intreden, dat Gods volk ïich ten slotte geheel van de breede schare moet afzonderen.Zoo verging het Israel ook in ...
..De grootdadigheid Gods".
En zij werden allen verslagen ver de grootdadigheid Gods. Luc. 9 : 43. De tegenstelling is zoo sterk sprekend tusschen de verheerlijkten Jezus op den Tabor, en de vlak daarop gevolgde verschijning van den fel, demonisch bezeten jongeman dien Jezus als met een too v ...
„Hij liet zich van hem verbidden".
En bad Hem; en Hij liet zich van hem verbidden, en hoorde zijne smeeking, en Hij bracht hem weder te Jeruzalem, in zijn koninkrijk. Toen erkende Manasse, dat de Heere God is. 2 Kronieken 33 : 13, De man in macht, van wien hier staat, dat God zich van hem verbidden liet, was de wel niet mis ...
„Geef den Heere de eere zijns Naams”.
Geeft den HEERE de eere zijns naams; aanbidt denHEERE in de heerlijkheid des heiligdoms. Psalm 29:2. De openbaring onzes Gods viel onder Sem's afstammelingen, niet onder de nakomelingen van Japheth, waartoe wij behooren. Dit maakt dat w^ij 't Woord Gods niet anders ...