„In een eerbaar gewaad”.
Desgelijks ook, dat de vrouwen, in een eerbaar gewaad, met schaamte en matigheid zich zelve versieren, niet in vlechtingen des haars, of goud, of paarlen, of kostelijke kleeding. 1 Tim. 11 : 9. We hadden niet licht kunnen denken, dat we weder zoo snel ia het gevaar ...
„Daarom zijt niet bezorgd”.
Daarom zijt niet bezorgd, , zeggende: at zuilen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleeden. Mattheus 6 : 31.Veel sterker nog dan anders dreigt ditmaal ekere angstige bezorgdheid zich van ons hart eester te maken. Er is zoo weinig zonneglans an de horizont. Vlot ...
„Zij zagen, dat de smart zeer groot was”.
Alzoo zaten zij met hem op de aarde, zeven dagen en zeven nachten ; en niemand sprak tot hem een woord, want zij zagen dat de smart zeer groot was. Job II : 13. Uit oude dagen komt ons nog telkens het bericht toe van een geheelen leyensomkeer, die met het intreden ...
„Kiest u heden, wien gij dienen zult”.
Doch zoo het kwaad is in uwe oogen, den Heere te dien»p, kiest u heden, wien ge dienen zult, hetzij de goden, welke uwe vaders, die aan de andere zijde der rivier waren, gediend hebben, of de goden der A'morieten, in welker land ge woont; maar aangaande mij, en mijn huis, wij zullen den Heere die ...
„Kom al van het kruis”.
[GOEDE VRIJDAG]. En zeggende: ij, die den Tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, verlos uzelven; indien gij de Zone Gods rijt, zoo kom af van het kruis. Mattheus 27 : 40.Het hangen en sterven aan een kruis is een wreede doodsmarteling van duldelooze smar ...
Leestafel.
1. DR. G. OORTHUIS, Pied. b. d. Neierd. Herv. Gemetnie Amsterdam, ANASTASIÜS' »WEG WIJZER», BULLINGERS lHUVSB0tCK< tU CALVIJNS »1NSTITUTIE€ vergeleken in hun h er vau üob EN MENhCH. —N. V. Boekhandel tn Drukkerij voorhteu E. J. BRILL, Leden, 1919.De ondertitel van dit hftek: »Esne bladz ...
„Den nek en niet het aangezicht".
Die tot een hout zeggen: ij zijt mijn vader; en to. eenen steen: ij hebt mij gegenereerd; want zij keeren Mij den nek toe, en niet het aangezicht; maar ten dage huns kwaads zeggen zij: ta op en verlos ons. Teremia 2 : 27Denk bij dit harde woord niet aan 't hardnekkig zijn. Zoo komt de nek ...
„De heilige weg”.
En aldaar zal eene verhevene baan, en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden. De onreine zal er niet doorgaan, maar h^ zal voor deze zijn; die dezen weg wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen. Jesaja 35 : 8. Verstaat ge het, dat de weg dien ge g ...
„Hoort niet naar hen”.
Hoort niet naar hen, maar dient den koning van Babel, zoo zult gijlieden leven. Waarom zoude deze stad tot eene woestheid worden ? Jeremia XXVII : 17. In hachelijke en moeilijke omstandigheden komt ons gemeenlijk raad van allen kant toe. Onder die raadgevers nu zij ...
„Leid mij!”
Van het einde des lands roep ik tot U, als mijn hart overstelpt is; leidt mij op eenen rotssteen, die mij te hoog zoude zijn. Psalm LXI:3. Wat den Psalmist op zoo roerende wijze in Psalm 61 aangrijpt, is vieeie voor eigen vroomheid. Ia onze b=rijming grijpt 't ons ...