Van de Voleinding.
CXXVII. VIERDE REEKS. XXVIII. En Jezus zeide tot hem: Voorwaar zeg ik u, heden zult gij met mij in het paradijs zijn. Lucas 23 ? 43. In verband met het dusver betoogde e ...
Van de Voleinding.
CLXXXVI. ZESDE REEKS. IX. En Ik 2al zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vloekt; en iti u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden. Gen. 12 : 3. Vrag ...
Van de Voleinding
CLXXXIV. ZESDE REEKS. VIL En Ik zal vijandschap zetten tusschen u en tusschen deze vrouwe, en tusschen uwen zade en tusschen haren zade. Dat.yelve zal u den kop vermorzelen, en gij ...
Van de Voleinding
CLXII. VIJFDE REEKS. XXIV. Maar zij hadden alleenlijk gehoord dat men zeide: egene, die ons eertijds vervolgde, vér-i kondigt nu het geloof, hetwelk hij eertijds verwoestte. Galaten 1 : 23.Paulu ...
„Wachter, wat is er van den nacht?"
[O U D E J A AR]. De last van Duma. Men roept tot mij uit Seïr: achter, wat is er van den nacht? wachter, - wat is er van den nacht? Jesaja 21 : 11.Een somberheid als van den nacht omzweeft ook nu weder het leven der volken. Donkere wolken doen telkens weer ...
„In de menschen een welbehagen.”
[KERSTFEEST 1919.] Eere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de menschen een welbehagen. Lukas II: 14. Eerst in de Engelenwereld was de zelfzucht ingedrongen, en een deel van het Engelencorps viel in zonde af. De Kers ...
Van de Voleinding.
CXI. VIERDE REEKS. XII. Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af; van den buik mijner moeder aan zijt Gij mijn God. Ps. 22 : 11. Wordt aan de plant in de Heilige Schrif ...
Van de Voleinding.
CXLV. VIJFDE REEKS. VII. Waflt dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. 1 Corinthe 15 : 53. Ook van nog een a ...
Van de Voleinding
LXII. TWEEDE REEKS. XXIV. De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stroo eten als een rund, en stof zal de spijze der stang zijn. Zij zullen geen kwaad doen noch v ...
Van de Kerk.
XXI. En dit is de vrijmoedigheid die wij tot Hem hebben, dat zoo wij iets bidden naar zijnen wil, Hij ons verhoort. 1 Joh. V: 14. Gaan we nu nader op de bijzondere verklaringen van den Apostel in 1 Cor XIV in, dan toont het zich aans ...