„Eet wat ik u geef.”
Doch gij, menschenkind, hoor hetgene dat Ik tot u spreek; wees gij niet wederspannig, gelijk dat wederspannige huis; open uwen mond, en eet wat Ik u geef. Ezechiël II : 8.In onze Westersche landen zijn wij niet aan zoo forsche beeldspraak gewend, als waaraan men zich in het Oosterland plac ...
„Gebonden zijnde door den Geest”.
En nu ziet, ik, gebonden zijnde door den Geest, reis naar Jeruzalem, niet wetende wat mij daar ontmoeten zal. Hand. XX : 22.Elk oprecht belijder van den Christus, en zeer bijzonderlijk een apostel als Paulus mocht roemen in de werking die van den Heiligen Geest op zijn zielsleven uitging. ...
„Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd”.
Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd; uwe muren zijn steeds voor Mij. Jesaia XLIX : 16. De eenig heilige liefde, waarmede onze God zich zijn uitverkorenen aantrekt, bemint en als aan zijn Goddelijke wezenheid kleven doet, kan niet rijker noch schooner ui ...
„Hij deed ’t met zijn gansche hart”.
En in alle werk, dat hij begon in den dienst van het Huis Gods, en in de wet, en in het gebod, om zijnen God te zoeken, deed hij met zijn gansche hart, en had voorspoed. 2 Kron. XXXI. 21. Hizkia was een dier gelukkige vorsten over Judea en Israël, wiens heilige bez ...
„Haar het welbehagen tot uw volk.”
Gedenk mijner, o Heere, naar het welbehagen tot uw volk, bezoek mij met uw heil. Psalm CVI: 4. Een raadsel is en blijft de schier plotselinge ommekeer, die zich, ook blijkens de Schrift, in de geestelijke gesteldheid van een volkskring kan voordoen. Die radicale om ...
Van de Voleinding.
CXLVII. VIJFDE REEKS. IX. De HEERE is in het paleis zijner heiligheid, des HEEREN troon is in den hemel; zijne oogen aanschouwen, zijne oogleden proeven de menschen-' kinderen. Ps. ...
Voor de Voleinding.
CXLVIII. VIJFDE REEKS. X. En zij zullen Mij een heiligdom maken, dat Ik in het midden van hen wone. Exodus 25 : 8. Het komt er derhalve slechts op aan, helder in te zien ...
Van de Voleinding.
CXLIX. VIJFDE REEKS. XI. Want in hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk. Colossensen 2 : 9. De belijdenis van Gods alomtegenwoordigheid staat er alzoo volstrekt ...
Van de Voleinding
CL. VIJFDE REEKS. XII. Dewelke is het beeld desonzienlijken Gods, de eerstgeborene aller creature. CoUossensen 1 : 15. De klaarheid van Gods zelfopenbaring in het creatu ...
Van de Voleinding.
CLI. VIJFDE REEKS. XIII. Want indien gij naar het vleesch leeft, zoo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen deslichaamsdoodf, zoo zult gij leven. Romeinen 8 : ...