Van de Kerk.
XXII. Voorwaar ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, totdat alle deze dingen zullen geschied zijn. Matth, XXIV : 34. Van de Apostolische openbaring moet thans op de Profetische worden teruggegaan, daar in het Nieuwe Testa ...
„Gij maakt, dat het volk des Heeren overtreedt.”
Niet alzoo, mijne zonen; want dit is geen goed gerucht, dat ik hoore; gij maakt, dat het volk des Heeren overtreedt. Gedurig gaat er ook in het godsdienstig leven invloed van den één op den ander uit. Woorden wekken, maar voorbeelden trekken. Wie hooger geplaatst i ...
Van de Kerk.
XXI. En ziet, ik ben met ulieden, alle de dagen tot de voleinding der wereld. Amen. Matth. XXVIir : 20. De herhaalde aanzegging, door Jezus aan zijn Apostelen gedaan, dat hij, na zijn sterven, weder uit de dooden zou opstaan, had bli ...
„Zij baden daarentegen”.
Maar de koning Jehizkia en de profeet Jeséja, de zoon van Amos, baden daarentegen, en zij riepen naar den hemel. - 2 Kron. XXXII:20. Toen, bij het naderen van de Ballingschap, Sanherib 't beleg om Jerusalem sloeg, scheen 't in een bang öogenblik, alsof de inneming ...
„Volhardende in de leer der Apostelen.”
En zij waren volhardende in de leere der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden. (Hand. 11:42.) Het grijpt zoo aan, dat reeds bij de toebrenging der geloovigea op den Pinkstermorgen, metzulk een nadruk beleden wordt, d ...
Van de Kerk.
XX. Doch dit alles is geschied, opdat de Schriften der profeten zouden vervuld worden. Toen vluchtten alle de discipelen, hem verlatende. Matth. XXVI: 56. Als we in den kring der Twaalven afdalen, treft het aanstonds, zoo weinig als ...
„Verdeelde tongen als van vuur”
[PINKSTEREN 1919]. En van hen werden geziea verdeelde tongen als van vuur, en het zat op een iegelijk van hen. Hand. 11:3. Toen onze Heiland van 't Kruis aan zijn medekruiseling het zoo heerlijk toeriep: »Heden zult gij met mij in 't ...
„Onderwijs alle volkeren, ze doopende.”
[PINKSTEREN 1919.] Gaat dan henen, onderwijst alle de volkeren, hen doopende in den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes, leerende hen onderhouden alles wat ik u geboden heb. Matth. XXVIII: 19. Wat in Lukas' mededee ...
Van de Kerk.
XIX. En een ander kwam, zeggende: eere, zie hier, uw pond, hetwelk ik in eenen zweetdoek weggelegd had: ant ik vreesde u, omdat gij een straf mensch zijt: ij neemt weg wat gij niet gelegd hebt, en gij maait wat gij niet gezaaid hebt. Lukas XIX:20 en 21.Na de ...
„Met ons getuige worden”.
Beginnende van den doop van Johannes, tot den dag'toe in welken hij van ons opgenomen is, één van deze met ons getuige worde van zijne opstanding. Hand. 1:22. Het Apostclschap was door Jezus gebonden aan het heilige Twaalftal. Bij de latere uitzending onder Israël ...