„Die nedergedaald is, is dezelfde”.
(HEMËLVAARTS DAG 19 16). Die nedergedaald is, is dezelfde ook die opgevaren is verre boven alle de hemelen, opdat hij alle dingen vervullen zoude. Epheze 4 : 10. Van een engel, die naar deze aarde gezonden werd, om ons een boodsciiap ...
Van de Voleinding
CCXII. ZESDE REEKS. XXXV. Jeremia dan zeide tot Zedekia: oo zegt de HEERE, de God der heirscharen, de God Israels; Indien gij wiiliglijk tot de vorsten des konings van Babel zult uitgaan, zoo zal uwe z ...
„De Geest komt onze zwakheden made te hulp”.
[PINKSTEREN 1916]. En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulpe: ant •Hjij weten niet, want wij bidden zullen gelijk het behoort, maar de Geest zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen, Rom. S : 26.Het is de Heilige Geest, die in 't ...
Van de Voleinding.
CCXIII. ZESDE REEKS. XXXVI. Want zoo zegt de HEERE: an David zal niet worden afgesneden een man, die op den troon van het huis Israels zitte. Jeremia 33 : 17.Jeremia is in vollen zin een beeld v ...
„In hun hart grijpen”.
Opdat Ik het huis Israels in hun hart grijpe, - dewijl zij allen door hunne drekgoden van Mij vervreemd zijn. Ezechiël 14 : 5. Sterk spreekt reeds in het Oude Verbond het getuigenis der Schrift tegen alle voorstelling, alsof wat te komen staat, afhing van ons verst ...
„Die God tergen, hebben verzekerbljeden”.
De tenten der verwoesters hebben rust, en die God tergen, hebben verzekerdheden, om hetgene dat God met zijne hand toebrengt. Job 12 : 6. Dat dit aangrijpende woord van Job misbruikt is door meer dan één die alle assurantie als uit den Booze bestreed, erkent thans ...
Van de Voleinding.
CCXVI. ZESDE REEKS. XXXIX. Alzoo zal Ik Mij groot maken, en Mij heiligen, en bekend worden voor de oogen veler heidenen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. EzechielSS : 23. ...
„Er biel niet één Woord”.
Er viel niet één woord van alle de goede woorden, die - de HEERE gesproken had tot den huize Israels; het kwam allemaal. Jozua 21 : 45. De macht van 't woord is zoo allesbeheerschend.Dit komt van het geheel eenig karakter, dat, in onderscheiding van alle ove ...
„Geef den Heere de eere zijns Naams”.
Geeft den HEERE de eere zijns naams; aanbidt denHEERE in de heerlijkheid des heiligdoms. Psalm 29:2. De openbaring onzes Gods viel onder Sem's afstammelingen, niet onder de nakomelingen van Japheth, waartoe wij behooren. Dit maakt dat w^ij 't Woord Gods niet anders ...
„Weedoen van mijnentwege”.
Dat gij u allen tegen mij verbonden hebt, en niemand voor mijn oor openbaart, dat mijn zoon een verbond gemaakt heeft met den zoon van Isaï; en niemand is onder ulieden, dien het wee doet van mijnentwege, en die het voor mijn oor openbaart; want mijn zoon heeft mijnen knecht t ...