Van de Kerk.
L. Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus. Efeze IV : 12. Op het geloofsverschil dat de Schutten van de belijdeis der Suna afscheidt, behoeft hier niet te diep te worden ing ...
„Zoo die dagen niet verkort werden”.
En zoo die dagen niet verkort werden, geen vleesch zoude behouden worden; maar om der uitverkorenen wille zullen die dagen verkort worden. Matth. XXIV : 22. Maar al te vele geloovigen beelden zich bij 't indenken van de toekomende dingen in, dat er nog steeds mogel ...
„Een weg, die nog uitnemender is”.
Doch ijvert naar de beste gaven; en ik wijs u eenen weg die nog uitnemender is, 1 Cor. XII : 31. Het geheel eenig rijke dertiende kapittel uit Paulus eersten brief aan de Kerk van Corinthe, teekent ons een Kerkelijk leven in zijn hoogste volkomenheid, dat rusteloos ...
Van de Kerk.
LI. En met veel meer andere woorden betuigde hij, en vermaande hen, zeggende: Woi behouden van dit verkeerd g^ slacht. Hand. Il: 40. Tot dusver lieten we de aangrijpende veranderingen, die op Kerkelijk gebied op til zijn, glippen, zo ...
„Gij zijt menschen”.
Gij nu, o mijne schapen, schapen mijner weide, gij zijt menschen; maar Ik ben uw God, spreekt de Heere HEERE. Ezechiël XXXIV : 31. Dat we menschen zijn, is de rijkste eere in naam en wezen, die ons van Godszij de kon gegeven worden. Ook de eeretitel van i Kinderen ...
Van de Kerk.
LII. Want door hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten, alle dingen zijn door hem en tot hem geschapen. E ...
„Kastijd mij Heere, doch met mate!”
Kastijd mij, Heere, doch met mate; niet in uwen toorn, opdat Gij mij niet te niete maakt. Jeremia X; 24. Straf voor de zoude gaat van den Driemaal Heilige uit, en gaat evenzoo uit van de hoogst geplaatste macht op aarde, die onder Hem staat, maar de aard van deje t ...
Van de Kerk.
LIII. En het Beest werd gegrepen, en met dit de valsche profeet, die de teekenen in zijne tegenwoordigheid gedaan had, door welke hij verleid had, die het merkteeken van het beest ontvangen hadden, en die zijn beeld aanbaden. Deze twee zijn leve ...
„Veertig dagen lang.”
HEMELVAAETSDAG 1920] Aan welke hij ook, nadat hg geleden had, zichzelven. levend vertoond heeft, met vele gewisse kenteekenen, veertig dagen lang, zijnde van hen geiiên, en sprekende van de dingen, die het koninkrgk Gods aangaan. Hand 1:3. ...
„Dat onze Heere boven alle goden is”.
Want ik weet, dat de Heere groot ia, en dat onze Heere boven alle goden is. Psalm CXXXV : S. Van jongs af trof het, dat in de Heilige Schrift ook de afgoden met den eerecaam van £oden genoemd worden. En zulks niet slechts een enkel tnaal, doch keer op keer. Bij Jer ...