„Zij deden de inwijding van het huis Gods met vreugde.”
En de kinderen Israels, de priesters en Levieten, en de overige kinderen der gevangenisse, deden de inwijding van dit Huis Gods, met vreugde. Ezra VI: 16. Ook geestelijk kan een volk verdorren en inzinken, dat 't alle hoogere wilskracht inboet, en tot nobeler initi ...
Van de Kerk.
XXVIII. Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop der bekeering, zeggende tot het volk, dat zij gelooven zouden in dengene die na hem kwam, dat is in Christus Jezus; En die hem hoorden, werden gedoopt in den naam van den Heere Jezus ...
„Zij gaven naar tiun vermogen.
Zij gaven naar hun vermogen tot den schat des werks: aan goud, een en zestig duizend drachmen^ en aan zilver, vijf duizend ponden, en honderd priesterrokken. Ezra II : 69. Toen te Jeruzalem het grootsche werk te ondernemen was, om den heiligea Tempel, dien Ndbucadn ...
Van de Kerk.
XXIX. En het geschiedde te Icónië, dat zij te zamen gingen in de synagoge der Joden, en alzoo spraken, dat eene groote menigte, beide van Joden en Grieken, geloofde. Hand, XIV : 1. Zijn door wat voorafging de algemeene verhoudingen, ...
Van de Kerk.
XXX. Paulus en Timotheus, dienstknechten van Jezus Christus, aan alle de heiligen in Christus Jezus die te Philippi zijn, met de opzieners en diakenen. Fhil. 1:1. Er moet alzoo op de voorstelliDg omtrent het Kerkelijk ambt, gelijk di ...
„Toen hij nog een jongeling was”.
Want in het achtste jaar zijner regeering, toen hij nog een jongeling was, begon hij den God van zijnen vader David te zoeken; en in het twaalfde jaar begon hij Juda en Jerusalem van de hoogten, en de bosschen, en de gesnedene en de gegotene beelden te reinigen. 2 ICron. XXXIV ...
„Met een onwankelbaar hart.”
Uit Zebulon, uitgaande in het heir, toegerust ten strijde met alle krijgswapenen, vijftig duizend; en omeene slagordening te houden met een onwankelbaar hart. Kron. XII:33 De stammen van Israel waren oorspronkelijk gestadig in alsoortig gevaar, waarmee de vijand he ...
Van de Kerk.
XXXI. En het is geschied, dat zij een geheel jaar samenvergaderden in de gemeente, en eene groote schare leerden; en dat de discipelen het eerst te Antiochiê Christenen genaamd werden. Hand. XI : 26 Uit 't dusver ontwikkelde valt alz ...
„Daartoe eischten zij geen rekening.”
Daartoe eischtén zij geene rekening van de mannen, wien zij dat geld in hunne handen gaven, om aan degenen, die het werk deden, te geven, want zij handelden trouwelijk. 2 Kon. XII:15 Bij oppervlakkige lezing van wat ons over de bezorgers der geldelijke aangelegenhe ...
Van de Kerk.
LXI. Ik loop dan alzoo, niet als op het onzekere; ik kamp alzoo, niet als de lucht slaande. I Cor. IX: 26. De moeilijkheid, waarop inen van Kerkelijke zijde thans steeds meer stuit, om het kenmerk, dat men voor de zuiverheid van het ...